20 mei 2011 -
De Toptelling, een publicatie van Opportunity in Bedrijf en het Sociaal Cultureel Planbureau, laat zien dat het aandeel van vrouwen in de top van organisaties gestaag maar nog altijd zeer langzaam groeit. Bij de 500 grootste bedrijven in Nederland maken vrouwen 4,3 procent uit van de Raden van Bestuur (RvB); in de Raden van Commissarissen (RvC) is 9,0 procent vrouw. Tien jaar geleden waren deze cijfers resp. 0,9 procent en 4,4 procent.
De Toptelling verschijnt tweejaarlijks sinds 2000 en is gebaseerd op steeds hetzelfde onderzoek, waardoor het mogelijk is om de ontwikkelingen in de top te volgen. Opportunity in Bedrijf concludeert dat er een versnelling nodig is, vooral om de zichtbaarheid van vrouwen in de subtop te vergroten en tot concrete benoemingen in de top te komen. Op bedrijfsniveau is hiervoor met name het persoonlijke ‘engagement’ van (top-)managers, vooral mannen dus, van belang. Daarvoor presenteert Opportunity een aantal aanbevelingen en praktijkvoorbeelden.
De belangrijkste feiten uit de meest recente Toptelling:
• In de 25 grootste bedrijven is het aandeel vrouwen in de top het sterkst toegenomen: van 0 procent vrouwen in de RvB en 8,1 procent in de RvC in 2000 naar resp. 5,6 procent en 14,4 procent nu.
• In de sector Vervoer, Opslag en Communicatie zijn de cijfers op dit moment het hoogst: 9,3 procent vrouwen in de RvB en 16,2 procent in de RvC.
• De percentages vrouwen in de echelons onder de top laten een duidelijker toename zien, al fluctueert de ontwikkeling nogal.
• Over het algemeen gesproken is het percentage vrouwen in de hoogste echelons in het Nederlandse bedrijfsleven nog steeds bijzonder laag, het ligt, bijvoorbeeld, op minder dan eenderde van dat in Noorwegen.
• In maatschappelijke organisaties is het aandeel vrouwen in de top – al enige tijd - wel hoger, al lijkt de groei in deze sectoren te zijn gestopt en liggen de percentages min of meer stabiel op 40 procent (maatschappelijke organisaties) en bijna 30 procent (zorg en welzijn).
• Ook bij de overheid ziet het beeld er relatief gunstiger uit. Opvallend is met name de stijging bij de politie (in twee jaar van 19 procent naar 27 procent). En ook bij de Rijksoverheid zijn stappen gemaakt en is het streefcijfer van 26 procent vrouwen in zgn. ABD-functies in 2011 zelfs een jaar eerder bereikt.
Diversiteit: een business case en een mannenzaak
Het bedrijfsbelang van meer diversiteit in de top wordt inmiddels vrij breed onderschreven. Voor de uitvoering wordt echter – te vaak en ten onrechte – naar vrouwen gewezen. Het is een strategisch vraagstuk van de hele organisatie en vraagt dus betrokkenheid van managers, en dat zijn juist veelal mannen. In de keerzijde van de Toptelling-publicatie, ‘Diversiteit v/m: een mannenzaak’, wordt dan ook ingegaan op de vraag welke managers zich wél sterk maken voor dit thema en onder welke condities. Het bevat ook, zoals gebruikelijk voor de Opportunity-publicaties, een aantal praktische aanbevelingen en praktijkcasus: van Volvo, Ernst & Young, PWC en Philips. De dubbelpublicatie ‘Topteling v/m: de feiten’ en ‘Diversiteit v/m: een mannenzaak’ is op 19 mei aangeboden aan Philips, een van de nieuwe leden van het netwerk van Opportunity in Bedrijf.
Op 21 januari jongstleden stond in de Volkskrant een artikel met de kop ''Old boys zoeken elkaar weer op''. Als gevolg van de crisis vallen commissarissen in geval van vacatures in de RvC terug op hun eigen netwerk: the old boys. Geen wetenschappelijk onderzoek, maar een hoge graad van waarschijnlijkheid. Ik vraag mij af of Einstein's gevleugelde uitspraak ''problemen die zijn ontstaan door een bepaalde manier van denken, kunnen niet worden opgelost door dezelfde manier van denken.'', niet ook hier opgaat? De huidige crisis vraagt om een andere manier van denken en werken. Diversiteit in RvC's en directies kan een belangrijke bijdrage leveren op weg naar ''die andere manier van denken en werken'', naast proven experience. Verhoging van het aantal ''anderen'' in de boardroom is dus een kwestie van gezond eigen belang. Het zou zo maar kunnen dat de ''anderen'' eveneens beschikken over proven experience, maar van een andere soort. De soort die nét de toegevoegde waarde is die we zoeken.
@Wilbert, goed gesproken!
Hier heb ik niks meer aan toe te voegen.
Ik vind het wel belangrijk om te onderkennen dat het logisch is dat we terugvallen in wat we kennen aan gedrag en patronen. Dus geen verwijt richting 'old boys network', gewoon nuchtere constatering. Daar zorgt ''anderen'' binnenhalen idd ook voor de oplossing. Laten we er een 'new boys and girls network' van gaan maken!