CBP: Deze tijd vraagt om privacytoezichthouder met tanden
13 mei 2011 -
De technologie biedt bijna grenzeloze mogelijkheden voor de opslag en verwerking van gegevens. Dit leidt ertoe dat mensen nauwelijks meer vat kunnen krijgen op wie hun persoonsgegevens verwerkt en wat hiermee gebeurt. "Zelfs wie gebrand is op zijn privacy, heeft geen inzicht in het woud van alle gegevensverwerkingen," aldus Jacob Kohnstamm, voorzitter van het College bescherming persoonsgegevens (CBP).
De waarborgen voor een zorgvuldig gebruik van persoonsgegevens moeten dan ook worden aangescherpt, aldus Kohnstamm in het jaarverslag 2010 van het CBP. De CBP-voorzitter overhandigde het jaarverslag aan staatssecretaris Fred Teeven van het ministerie van Veiligheid en Justitie. Bij de overhandiging reageerde Kohnstamm ook op de recente plannen voor het privacybeleid van dit kabinet: 'Een toezichthouder heeft tanden nodig. Wij zijn dan ook verheugd met de aankondiging van de lang door ons bepleite boetebevoegdheid.'
Toestemming blijft belangrijk Aanscherping van de waarborgen houdt onder meer in dat overheidsinstanties en bedrijven mensen beter moeten informeren welke gegevens zij gebruiken en wat er vervolgens mee gebeurt. Door gebrek aan transparantie dreigt de zogeheten geïnformeerde toestemming door een individu voor het gebruik van zijn of haar persoonsgegevens een illusie te worden. Deze toestemming als basis voor de gegevensverwerking blijft echter van groot belang. Bedrijven en overheden moeten kunnen aantonen dat zij persoonsgegevens zorgvuldig en volgens de regels van de wet verzamelen en gebruiken. Tegelijkertijd moet er een toezichthouder zijn die de naleving van het fundamentele recht op bescherming van de persoonlijke levensfeer zo nodig door (dreigende) boetes afdwingt.