Nederlandse werknemer hecht aan opleidingsmogelijkheden
10 mei 2011 -
De mogelijkheid om opleidingen te volgen is voor 73 procent van de Nederlandse werknemers zeer belangrijk. Een ruime meerderheid is tevreden over de investeringen van hun werkgever in opleiding en ontwikkeling. Toch laten organisaties ook kansen liggen. Medewerkers kijken reikhalzend uit naar de invoering van persoonsgebonden opleidingsbudgetten en persoonlijke opleidingsplannen.
Dit blijkt uit de Nationale Opleidings Enquête, waar 1.670 mensen aan hebben meegedaan. Bijna alle respondenten vinden de mogelijkheid om opleidingen te volgen belangrijk tot zeer belangrijk. Slechts 0,5 procent hecht hier geen enkele waarde aan. Zo’n twee derde is bovendien tevreden over de investeringen die de werkgever doet in opleiden en ontwikkelen. Een groep van 29 procent is niet te spreken over het investeringsbeleid van de werkgever. Met name deze groep kan bij herstel van de arbeidsmarkt besluiten om zijn heil elders te zoeken.
Persoonlijk opleidingplan
Over persoonlijke opleidingsplannen is de afgelopen jaren veel gesproken en geschreven. Toch wordt dit instrument door werkgevers nog niet omarmd. Voor slechts drie op de tien werknemers is een persoonlijk opleidingsplan opgesteld. Het persoonsgebonden opleidingsbudget is bij werkgevers nog minder populair. Minder dan een kwart van de werknemers (23 procent) kan hier aanspraak op maken. Desalniettemin wordt in de meeste organisaties wel gesproken over leer- en ontwikkelwensen, alhoewel daarbij niet altijd een link wordt gelegd naar de doelstellingen van de organisatie.
De helft van de werknemers volgt jaarlijks één of meerdere opleidingen. Daarbij is een sterk verband te zien met het al dan niet aanwezig zijn van een persoonlijk opleidingsplan. Van de werknemers met een persoonlijk opleidingsplan volgt 71 procent minimaal jaarlijks een opleiding.
Initiatief bij werknemer Over de vraag wie het initiatief neemt tot scholing zijn werknemers duidelijk: zijzelf. Maar liefst 85 procent geeft aan dat het initiatief gewoonlijk van henzelf komt. In de overige gevallen is het de leidinggevende die het voortouw neemt. De afdeling personeelszaken heeft met een magere een procent het nakijken. Wel toetsen werkgevers in bijna alle gevallen vooraf of de werknemer baat heeft bij een specifieke opleiding. Achteraf evalueren of de doelstellingen zijn bereikt wordt vaak verzuimd. Organisaties die werken met persoonlijke opleidingsplannen doen het wat dit betreft beter. Zij evalueren in twee derde van de gevallen wel achteraf. Werkgevers stimuleren in het algemeen het in de praktijk benutten van de opgedane kennis en vaardigheden. Ook hier springen de organisaties die werken met persoonlijke opleidingsplannen er weer uit. Zij stimuleren praktijktoepassing in 88 procent van de gevallen.
Verbeterpunten opleidingsbeleid
Tot slot werd gevraagd wat er beter kan in het opleidingsbeleid van de werkgever. Op deze open vraag kwamen bijna 1.000 antwoorden. Wat vooral blijkt te leven is de wens om duidelijker beleid, betere informatievoorziening over opleidingsmogelijkheden, het invoeren van persoonsgebonden opleidingsbudgetten en persoonlijke opleidingsplannen. Werkgevers die met deze punten aan de slag gaan maken een betere kans om talent ook de komende jaren te behouden.
Initiatiefnemers
De enquête is tot stand gekomen door een samenwerking tussen zes opleidingsinstituten: Arboplan, Geoplan, Horizon Interlingua, Horizon Training & Ontwikkeling, Intermediair Trainingen en NIVE Opleidingen. Zij zochten antwoord op de vraag hoe de Nederlander denkt over het opleidingsbeleid van de werkgever.