5 mei 2011 -
Op de ambtelijke werkvloer bestaat grote onrust over de 6,5 miljard aan bezuinigingen die het kabinet-Rutte in petto heeft voor de publieke sector. Een derde van de ambtenaren vreest voor ontslag, de sfeer op het werk verslechtert rap en de verwachting dat taken en verantwoordelijkheden gaan veranderen wordt in brede kring gedeeld.
Dit blijkt uit de enquête die PM Public Mission heeft uitgevoerd in samenwerking met ROI.
Begrijpelijke onrust
Minister Donner van BZK zegt in een reactie op de enquête 'wel te begrijpen' dat de bezuinigingen onrust met zich mee brengen. "Zolang er grote getallen de ronde doen en niemand weet wat het voor hem of haar betekent, zal er onzekerheid zijn," aldus de bewindsman. "Het is niet alleen in het belang van de ambtenaren dat er zo snel mogelijk duidelijkheid komt over de taakstelling, maar ook voor de overheid als werkgever. Anders gaat iedereen alvast uitkijken naar een andere baan en heb je straks minder ambtenaren over dan de bedoeling is."
Hoe de taakstelling in Den Haag precies wordt ingevuld moet duidelijk worden op Prinsjesdag. "In de begroting voor 2012 zullen de departementen moeten aangeven hoe ze invulling gaan geven aan de bezuinigingen," aldus Donner.
Onzekere toekomst
Ook bij gemeenten, provincies en uitvoeringsorganisatie heerst onzekerheid over de toekomst. Bij de uitvoeringsorganisaties is de angst voor baanverlies het grootst: maar liefst 52 procent van de ambtenaren die bij een zelfstandig bestuursorgaan (zbo) werkzaam zijn vreest voor zijn baan. Bij het Rijk en de provincies gaat het om 35 procent van de ambtenaren. Gemeenteambtenaren zijn het minst pessimistisch: twintig procent van hen is bang voor ontslag.