24 januari 2011 -
59 procent van de bijna 500 hoogopgeleiden die Intermediair ondervroeg doet vrijwilligerswerk. Bijna 80 procent van de respondenten doet het uit volle overtuiging: gewoon omdat ze het belangrijk vindt. Tegelijkertijd voelt bijna 40 procent zich regelmatig overvraagd. Verenigingen en scholen gaan er te veel vanuit dat iedereen maar tijd heeft om al die klussen op te knappen, vinden ze.
Het merendeel doet vrijwilligerswerk bij sportverenigingen (42 procent) en scholen (27 procent), maar ook in de kerk/moskee (twaalf procent), de buurt (elf procent), voor het goede doel (tien procent) of een politieke partij (acht procent). Bij deze organisaties doet 39 procent bestuurswerk, 33 procent organiseert evenementen, 22 procent doet allerhande klusjes, twintig procent geeft sporttrainingen, veertien procent begeleidt kinderen (van de mensen met kinderen is dit 30 procent). De belangrijkste reden is dat ze overtuigd zijn van het nut van het werk. Slechts negen procent doet het omdat anders niemand anders het doet en vijf procent omdat hij een zekere sociale druk voelt.
M/V Mannen en vrouwen doen ongeveer evenveel vrijwilligerswerk. Mannen doen vaker klussen voor de buurt (veertien procent) dan vrouwen (zes procent). Vrouwen vaker voor school (37 procent) en een goed doel (zestien procent). Mannen doen vaker bestuurswerk (45 procent) dan vrouwen (31 procent) – ook in het vrijwilligerswerk is het glazen plafond nog niet aan diggelen geslagen. Vrouwen begeleiden vaker schooluitjes en knutselochtenden (25 procent) dan mannen (acht procent). Mannen doen gemiddeld iets meer uur per week vrijwilligerswerk dan vrouwen. Mensen met kinderen op de basisschool verrichten meer onbetaald werk (67 procent) dan mensen zonder (53 procent).
Geen tijd Van de respondenten doet 41 procent geen vrijwilligerswerk. 53 procent omdat hij er geen tijd voor heeft 24 procent omdat het geen prioriteit heeft.