20 december 2010 -
Nederlandse fusie- en overnamespecialisten verwachten dat de stijgende trend op de overnamemarkt, die in de tweede helft van dit jaar is ingezet, in 2011 zal doorzetten. Vooral de industriële- en technologiesector mogen op extra aandacht rekenen.
Dit blijkt uit de jongste PwC fusie- en overnamebarometer onder 64 functionarissen, zoals financieel directeuren en M&A-managers, die een actieve rol spelen bij acquisities van hun bedrijf. Volgens hen wijzen recente overnames uit dat kopers en verkopers elkaar weer beter vinden in de prijs. Al zijn de prijzen zijn nog niet terug op het niveau van voor de crisis, aldus de specialisten. De respondenten verwachten een toenemende interesse uit Azië, maar ook Noord-Europese bedrijven zijn op overnamepad. Volgens Oscar Kinders, managing partner van de transactions group van PwC, richt de overnamestrategie van Aziatische bedrijven zich met name op het verwerven van technologische kennis en grondstoffen, terwijl Westerse bedrijven door de lage economische groei vooral willen consolideren ten behoeve van efficiencyvoordelen en kostenbesparingen.
Merendeel zag herstel
Volgens de barometer zag 51 procent van de specialisten het afgelopen jaar een herstel van de fusie- en overnamemarkt, tegenover vier procent die het herstel zag uitblijven. Daarnaast steeg het aantal respondenten dat het komende jaar meer fusies en overnames binnen de eigen sector verwacht van 48 procent naar 62 procent.Het aantal respondenten dat een daling verwacht, nam af van veertien procent naar acht procent. De verwachting met betrekking tot een toename van overnames door Nederlandse partijen steeg ten opzichte van vorig jaar, namelijk van 33 procent naar 51 procent. De overnamespecialisten verwachten ook meer bedrijfsovernames door buitenlandse partijen: 41 procent (tegenover 33 procent in 2009) voorspelt dat het aantal fusies en overnames door buitenlandse partijen op de Nederlandse markt zal stijgen.
Aziatische interesse
De meeste interesse voor Nederlandse bedrijven wordt verwacht vanuit Azië (37 procent) en Noord-Amerika (37 procent), gevolgd door Noord-Europa (twintig procent) en de Benelux (zeventien procent). Daarmee zet de stijgende trend met betrekking tot een groeiende interesse uit Azië en Noord-Europa zich voort, en wordt er een scherpe terugval verwacht van overnames vanuit de Benelux. Oscar Kinders: "Steeds meer Chinese bedrijven richten hun vizier op buitenlandse overnames. Hoewel nog altijd in bescheiden mate, mogen ook Nederlandse bedrijven op extra aandacht rekenen. De Chinese investeringen richten zich vooral op technologie, grondstoffen, landbouw en logistiek. Hun groeimarkt betreft met name de binnenlandse markt als gevolg van de toenemende koopkracht van Chinezen zelf. China investeert enorm in natuurlijke hulpbronnen om daarmee zijn toevoer zeker te stellen en in technologie om te kunnen concurreren met Westerse merken." Toch wil Kinders de Chinese investeringen wat relativeren. "Ongeveer zes procent van alle buitenlandse investeringen kwam het afgelopen jaar op conto van Chinese bedrijven. Eind vorige eeuw waren er periodes dat de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk samen tot wel 50 procent van de jaarlijkse buitenlandse investeringen voor hun rekening namen."
Chinese andacht
De barometer bevestigt de stijgende trend met betrekking tot de Chinese aandacht: volgens een meerderheid (55 procent) gaan Aziatische partijen hun kansen pakken op de Nederlandse overnamemarkt. Ongeveer de helft (48 procent) denkt dat overnames door grote buitenlandse partijen leiden tot het vertrek van Nederlandse hoofdkantoren en dus werkgelegenheid. De respondenten verwachten verder in meerderheid (55 procent) dat door de toename van overnames door buitenlandse investeerders, zoals staatsfondsen (sovereign wealth funds), ook de politieke gevoeligheden toenemen. De discussie met betrekking tot oneerlijke concurrentie is daar een voorbeeld van.
Azië, Oost-Europa en de Benelux
Voor het doen van overnames zien de overnamespecialisten vooral kansen in Azië (33 procent) en Oost-Europa (30 procent) en de Benelux (30 procent). Deze landen worden als de meest interessante markten gezien voor Nederlandse overnames. Om in een omgeving van lage economische groei, zoals momenteel in Nederland, toch waarde te creeren zullen op consolidatie en schaalgrote gerichte deals de overhand hebben, zo verwacht 69 procent van de respondenten. Oscar Kinders: "Waar de Aziatisch bedrijven met name geïnteresseerd zijn in technologie om daarmee kennis te verwerven, richten West-Europese bedrijven zich op consolidatie en schaalgrote om bijvoorbeeld inkoop en efficiencyvoordelen te behalen en kostenbesparingen te realiseren."
Meer activiteit
De respondenten roeren zich zelf ook vaker op de overnamemarkt, zo blijkt uit de pijplijn met targets: 46 procent heeft de komende twaalf maanden aankooptransacties in het vooruitzicht. Dat is een lichte stijging ten opzichte van het percentage van 38 procent van vorig jaar. Daarnaast verwacht 28 procent het aankomende jaar betrokken te zijn bij een verkooptransactie. Dat is fors meer dan de elf procent van vorig jaar.
Nog geen extreme overnameprijzen
Hoewel het optimisme onder M&A-specialisten stijgt, zal dat nog niet tot extreme hoge overnameprijzen leiden. Volgens 47 procent wijzen recente overnames uit dat kopers en verkopers elkaar weliswaar weer vinden in de prijs. Dat is een stijging ten opzichte van de 40 procent van vorig jaar. Echter, slechts negen procent denkt dat de overnameprijzen terug zijn op het niveau van voor de crisis. Volgens veel respondenten (64 procent) is een earn-out regeling een goed middel om de verschillen in toekomstverwachtingen tussen kopers en verkopers te overbruggen. In geval van een earn-out wordt een deel van de koopsom afhankelijk gemaakt van toekomstige resultaten. Het is dus een uitgestelde betaling.
Lagere drempel
Opvallend is dat het tekort aan financiële middelen op de geldmarkt in aanzienlijk mindere mate een drempel voor overnames vormt dan bij vorige metingen. Een jaar geleden gaf 24 procent en twee jaar geleden zelfs 42 procent dit nog als reden, nu ziet slechts twaalf procent dit als een struikelblok. Kinders wijst in dit verband op de toename van aanbod en concurrentie op de kredietmarkt doordat ook buitenlandse banken zich weer roeren op de Nederlandse markt. De grootste uitdagingen bij het doen van overnames liggen momenteel meer op het terrein van cultuur, mens en gedrag. Opvallende stijgers op de lijst van grootste uitdagingen zijn de complexe wet- en regelgeving en het tekort aan eigen financiële middelen en aanbiedingen van goede bedrijven.
Geen overnamehausse
Ondanks de positieve trend zal het optimisme onder de M&A-specialisten nog niet leiden tot een ware overnamehausse. Slechts 38 procent van de respondenten meent dat de schuldpositie van veel bedrijven zodanig hersteld is dat dit zal leiden tot een fors herstel van de M&A-activiteiten in 2011. Dat komt volgens Oscar Kinders mede omdat veel bedrijven nog bezig zijn met het op orde brengen van hun eigen huishouding. Hij wijst erop dat een slechts een kleine meerderheid geen problemen ervaart bij de herfinanciering van schulden. "Veel onderzochte bedrijven geven nog prioriteit aan het versterken van de balans en liquiditeitsposities."
Positieve trend
Het percentage respondenten waarvan de onderneming de afgelopen twaalf maanden betrokken is geweest bij een aankooptransactie steeg van 37 procent naar 40 procent ten opzichte van de meting vorig jaar, maar ligt nog steeds significant onder het niveau van 2008 (63 procent). Het percentage respondenten waarvan de onderneming de afgelopen twaalf maanden betrokken was bij een verkooptransactie steeg ten opzichte van vorig jaar van 22 procent naar 26 procent. Al met al is volgens Kinders 2010 langzaam op gang gekomen, maar zal de stijgende trend op de overnamemarkt, die in de 2e helft van dit jaar is ingezet, in 2011 doorzetten. "Maar ondanks de positieve trend zal 2011 naar verwachting het topjaar 2007 niet benaderen," aldus Kinders.
