Inkrimpingsplannen kabinet geen garantie voor succes
8 november 2010 -
In de besparingsplannen van het nieuwe kabinet staan de komende periode forse bezuinigingen in het ambtenarenapparaat op het programma. Volgens Roland Berger Strategy Consultants bedreigen het gebrek aan uitgesproken prioriteit en onbetwist leiderschap de daadwerkelijke realisatie van de ambitieuze plannen.
Uit een analyse van het strategisch adviesbureau blijken dit juist belangrijke succesfactoren in het buitenland. Premier Rutte moet dan ook snel de prioriteit duidelijk maken. Een helder beleid en een stok achter de deur in de vorm van een vacaturestop moeten afdwalingen en excuses voorkomen. Minister Donner zou als verantwoordelijke voor meer dan 50 procent van de besparingen op de eigen organisatie de aangewezen persoon zijn om de dagelijkse leiding te nemen. Tot nu toe hamert hij echter juist op de individuele verantwoordelijkheid van alle ministers.
Twintig eruit, één erin De Nederlandse doelstelling is ambitieuzer dan die van haar buurlanden. Alleen Groot-Brittannië lijkt nog strikter met een totale vacaturestop, volgend uit de ambitie om in totaal 150 miljard euro in vijf jaar te bezuinigen. De schaarse succesvolle krimpprogramma's uit het verleden in VS, Groot-Brittannië en Frankrijk laten een daling zien van zeventien procent met een maximaal tempo van twee procent per jaar. De Nederlandse target gaat uit van vijf tot zes procent reductie per jaar. "Om deze doelstelling te behalen, kan maximaal één op twintig van de uittreders op Rijksniveau worden vervangen. Bij provincies en gemeenten is dat één op vier," zegt Arnoud van der Slot, partner bij Roland Berger. Een eerdere analyse dit jaar toon nog dat maximaal één op de vier uittreders bij het Rijk zou kunnen worden vervangen. De verklaring voor het verschil is dat het CPB inmiddels de verwachting voor het aantal ambtenaren aan het einde van het jaar naar boven toe heeft bijgesteld, en dat de coalitiepartijen de meest ambitieuze verkiezingsdoelstellingen hebben samengebracht in het regeerakkoord.
Prioriteit en onomwonden leiderschap Hoe lastig het is om besparingen op de eigen overheidsorganisatie te realiseren, blijkt uit de weinige succesvolle pogingen wereldwijd. Deze voorbeelden laten zien hoe belangrijk het is dat de ambitie prioriteit heeft op het hoogste niveau, zoals bij President Sarkozy in Frankrijk of eerder Bill Clinton in de Verenigde Staten. De dagelijkse leiding vertrouwden zij daarbij toe aan een directe vertrouweling, respectievelijk de Minister van Financiën en Vice-President. Niemand binnen het nieuwe kabinet heeft zich opgeworpen als onomwonden leider van het bezuinigingsprogramma, alhoewel uit de analyse van Roland Berger blijkt dat ruim 50 procent van de besparingen onder de verantwoordelijkheid van het Ministerie van Binnenlandse Zaken valt. "Gezien zijn grote aandeel en verantwoordelijkheid is het dus van groot belang dat minister Donner met de steun van premier Rutte de handschoen oppakt en de leiding opeist. Tot nu toe heeft hij juist getracht deze bij de individuele ministers neer te leggen," aldus Van der Slot.
De vervolgstap Andere factoren die in het buitenland tot succes leidden zijn het creëren van een stok achter de deur en een directe start. Een stok achter deur, zoals de regel om maximaal een op twee vertrekkende ambtenaren te vervangen in Frankrijk of de algehele vacaturestop in het Verenigd Koninkrijk, voorkomt afdwaling en excuses. De gevolgen van excuses en vooruitschuiven zijn afgelopen kabinetsperiode duidelijk geworden, waar groei vanwege nieuw (crisis)beleid in de eerste kabinetsjaren plaatsvond, terwijl de krimp was gepland voor de laatste jaren. Per saldo is er uiteindelijk dus vrijwel niets veranderd, vooral niet door de vroegtijdige val. "Het lijkt erop dat het nieuwe kabinet de besparingen dit keer gelukkig niet vooruit schuift, maar lineair in de tijd heeft gepland. Nu is het nog zaak dat de regering de daad bij het woord voegt," besluit Van der Slot.
Een derde is ambtenaar In Nederland werkt ongeveer 30 procent van de beroepsbevolking in dienst van de overheid, waarbij negen procent in het openbaar bestuur. In 2007 legde het vorige kabinet in het Regeerakkoord zijn ambitie vast om fors te bezuinigen op de overheidsorganisatie. De Nederlandse politiek en haar bestuur is de afgelopen jaren echter niet in staat gebleken om deze doelstellingen te verwezenlijken. De gerealiseerde besparingen tussen 2006 en 2009 van 1,4 procent op Rijksniveau en vier procent op decentraal niveau, zijn klein vergeleken met de ambities voor 2011 tot 2015 die oplopen tot 21 procent voor zowel Rijk als provincies en gemeenten.