Topmannen staan in Nederland korter aan het roer dan elders
11 oktober 2010 -
Topmannen van Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen worden vaker gewisseld dan hun collega’s uit het buitenland. In de afgelopen tien jaar wisselde in Nederland jaarlijks ruim twintig procent van de beursfondsen hun CEO, ten opzichte van dertien procent wereldwijd. De laatste twee jaar werd zelfs bij 24 procent van de Nederlandse ondernemingen de topman gewisseld.
Een toenemend aantal van hen werd gedwongen het veld te ruimen: 46 procent van alle CEO-wisselingen in ons land was vroegtijdig versus 27 procent van alle wisselingen wereldwijd. Dat heeft tot gevolg dat ook de bestuursperiode van topmannen in Nederland de afgelopen tien jaar korter is dan elders: gemiddeld 5,3 jaar versus 7,5 jaar in de rest van de wereld.
CEO Succession Study
Dit blijkt uit de jaarlijkse CEO Succession Study van Booz & Company die dit jaar voor de tiende keer is uitgevoerd. Hieruit komt ook naar voren dat Nederlandse ondernemingen steeds vaker hun nieuwe topman bij een ander bedrijf rekruteren, terwijl de prestaties van deze ‘outsider CEO’s’ juist vaak lager zijn. Zeker de laatste jaren zijn de prestaties van CEO’s die voortijdig (moeten) vertrekken aanzienlijk lager dan hun collega’s die de rit wel uitzitten. Prof. Kees Cools, partner bij Booz & Company stelt 'dat deze resultaten aantonen dat raden van commissarissen meer aan management development van mogelijke topbestuurders uit eigen kweek zouden moeten besteden’.
Wereldwijde patronen
Jaarlijks onderzoekt Booz & Company de patronen in opvolgingen van topmannen bij de 2.500 grootste ondernemingen wereldwijd door redenen van vertrek, zittingsduur en prestaties te onderzoeken. Ook wordt gekeken naar factoren zoals leeftijd, herkomst en geslacht. De studie van dit jaar, getiteld: ‘CEO Succession 2000-2009: A Decade of Convergence and Compression’ bevat bovendien een analyse van ontwikkelingen over de afgelopen tien jaar. Hieruit blijkt het totale percentage wisselingen bij Europese bedrijven in de afgelopen vijf jaar met 15,5 procent dichterbij gekomen is bij dat van ondernemingen in de VS (14,9 procent) en in Japan (15,6 procent). Tussen 2000 en 2004 lag het percentage CEO-wisselingen in Europa met 10,8 procent beduidend lager dan in de VS met 13,1 procent en in Japan met 14,2 procent. In de afgelopen tien jaar is wereldwijd jaarlijks bij gemiddeld 12,9 procent van alle bedrijven de topman gewisseld. Het percentage vroegtijdig vertrek bedraagt wereldwijd gemeten over alle ondernemingen jaarlijks gemiddeld 3,8 procent over de afgelopen tien jaar, met als hoogtepunt een percentage van 5,1 procent in 2008.
Slechte prestaties
In tegenstelling tot de algemene opinie vertrekken CEO’s in Europa vaker vroegtijdig vanwege slechte prestaties of verstoorde verhoudingen dan in de rest van de wereld. Van 2000 tot 2004 bedroeg het percentage topmannen dat plotseling opstapte in Europa 4,3 procent ten opzichte van 3,9 procent in de VS, 1,2 procent in Japan en 2,8 procent in China en de rest van de wereld. De laatste vijf jaar vertrok gemiddeld 5,4 procent van de Europese topmannen vroegtijdig ten opzichte van 3,6 procent in de VS, 2,3 procent in Japan en 4,1 procent in China.
Nederlandse topmannen korter aan het roer
In Nederland ligt het gemiddelde jaarlijkse percentage CEO-wisselingen over de afgelopen tien jaar bij de top 50 beursfondsen hoger dan elders: 20,3 procent, wisselingen per jaar in Nederland versus 12,9 procent elders. Eén reden daarvoor is meer gedwongen vertrek van Nederlandse topmannen dan elders. Het percentage CEO’s dat de afgelopen tien jaar vroegtijdig moest vertrekken is in Nederland 9,2 procent ten opzichte van het mondiale gemiddelde van jaarlijks 3,9 procent. Dit betekent dat 46 procent van de vertrekkende topmannen in Nederland de afgelopen tien jaar eerder dan gepland vertrok, ten opzichte van 27 procent wereldwijd. Dat is één van de oorzaken dat de bestuursperiode van CEO’s in Nederland korter is dan elders. In de afgelopen tien jaar stond een topman in Nederland gemiddeld 5,3 jaar aan het roer versus internationaal 7,5 jaar.
In Nederland is in de afgelopen twee jaar ruim 24 procent van de topmannen vervangen. Deze percentages zijn hoger dan ooit tevoren in Nederland en ook aanzienlijk hoger dan elders in de wereld (gemiddeld ruim veertien procent over beide jaren). In bijna de helft van de gevallen ging de topman in Nederland eerder weg dan gepland.
Meer rendement
CEO’s van Nederlandse beursfondsen die conform planning vertrekken, presteren beter dan hun collega’s die voortijdig het veld (moeten) ruimen. Het gemiddelde verschil in jaarlijks aandelenrendement is zes procent. Zeker zo belangrijk is dat zowel wereldwijd als ook in Nederland voortijdig vertrekkende topmannen steeds slechter presteren. ‘Het is begrijpelijk en terecht dat CEO’s die onvrijwillig vertrekken slechter presteren dan hun collega’s, maar dat zij steeds slechter presteren is zorgelijk. Dat wijst er op dat commissarissen meer clementie hebben met slecht presterende CEO’s dan voorheen’, aldus prof. Kees Cools, partner bij Booz & Company en tevens hoogleraar corporate finance.
Outsiders krijgen vaker voorkeur
Onder de topmannen die de afgelopen tien jaar wereldwijd aftraden, blijkt gemiddeld 80 procent uit de eigen onderneming afkomstig te zijn. Onder aanvoering van deze insiders is het afgelopen decennium gemiddeld 3,8 procent jaarlijks aandelenrendement behaald, vrijwel identiek aan de 3,6 procent die tijdens de bestuursperiode van outsiders is behaald. Japanse CEO’s zijn vrijwel altijd insiders, terwijl Europa het laagst aantal insiders kent, lager dan in de VS. Opvallend is dat de prestaties van outsiders wereldwijd de afgelopen jaren systematisch en aanzienlijk zijn gedaald: van ruim tien procent jaarlijks aandelenrendement in 2005 naar ongeveer nul procent rendement de laatste jaren. Wellicht houdt dat verband met het feit dat insiders de afgelopen tien jaar wereldwijd gemiddeld twee jaar langer aan de top staan dan outsiders en wordt eigen kweek minder vaak gedwongen om vroegtijdig het veld te ruimen.
Outsider presteert slechter
In Nederland blijkt de afgelopen tien jaar gemiddeld 74 procent van de vertrekkende topmannen afkomstig te zijn uit het eigen bedrijf, terwijl gemiddeld 67 procentvan de nieuwe CEO’s ook een insider is. De laatste vijf jaar is in Nederland het aantal CEO’s dat van buiten de onderneming wordt aangetrokken sterk gestegen. Dat is opvallend, aangezien de prestaties van outsiders zowel wereldwijd als ook in Nederland de laatste jaren systematisch dalen. In het bijzonder in het laatste volledige jaar (2009) is het aantal outsiders zowel in de VS, Europa, Japan en in Nederland fors toegenomen, ondanks de dalende prestaties van outsiders in de laatste jaren. ‘Het lijkt er op dat in crisistijd ondernemingen eerder hun heil zoeken bij topmannen van buiten, terwijl de prestaties van die outsiders gemiddeld genomen niet beter zijn. Die pavlovreactie om in bijzondere omstandigheden niet op eigen kracht te vertrouwen is soms gevaarlijk’, aldus Cools.
Uitschieters vroegtijdig vertrek
In de afgelopen tien jaar is het percentage wisselingen van topmannen in alle branches gestabiliseerd tussen de twaalf en veertien procent. Twee uitzonderingen vormen de telecommunicatie branche en de financiële sector. In de telecommunicatiesector lag het gemiddelde opvolgingspercentage op 16,9 procent, ruim boven het mondiale gemiddelde. Bovendien was in deze sector gedurende de afgelopen tien jaar in meer dan de helft van de gevallen, 54 procent, sprake van vroegtijdig vertrek. In de telecomsector is wereldwijd over de afgelopen tien jaar ook het vaakst een outsider benoemd tot topman: in 47,2 procent van de gevallen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de bestuursperiode van CEO’s in de telecombranche gemeten over de afgelopen tien jaar gemiddeld 5,2 jaar duurt ten opzichte van 7,5 jaar gemeten over alle sectoren.
Crisisgevolgen
Alhoewel het aantal gemiddelde aantal wisselingen in de financiële sector over de afgelopen tien jaar op 12,8 procent ligt, vonden daar in 2009 de meeste CEO-wisselingen plaats: 17,3 procent als percentage van alle opvolgingen wereldwijd. De gevolgen van de crisis in de financiële sector hebben zich ook in 2009 doorgezet: bij 30 procent van alle wisselingen was er sprake van vroegtijdig vertrek. Van alle wisselingen in 2009 wereldwijd vond 16,3 procent plaats in de historisch hoog scorende telecommunicatiesector, waarvan in 25 procent van de gevallen sprake was van vroegtijdig vertrek.
Additionele bevindingen
- De gemiddelde leeftijd waarop topmannen weggaan is wereldwijd in het afgelopen decennium stabiel gebleven tussen de 58 en 60 jaar.
- De leeftijd waarop een topman aan zijn baan begint is internationaal de afgelopen tien jaar redelijk constant gebleven rond een gemiddelde leeftijd van 51,1 jaar. In Nederland ligt deze leeftijd iets hoger: topmannen in Nederland starten gemiddeld op een leeftijd van 52 jaar met hun nieuwe baan.
"Het inzicht dat Nederlandse CEO’s korter aan het roer staan dan elders correspondeert met het feit dat Nederlandse beursfondsen de minst beschermde ondernemingen zijn ter wereld. Dat geldt met name voor het percentage onvrijwillig vertrekkende CEO’s, dat is in Nederland twee keer zo groot als elders in de wereld. Om deze en nog een aantal andere redenen zou het goed zijn nog eens kritisch te kijken naar de vraag of het goed is dat Nederlandse ondernemingen de meest onbeschermde ter wereld zijn. De ongelukken die daardoor kunnen geschieden, kunnen aanzienlijk zijn. Tegelijkertijd moeten er wel voldoende disciplinerende mechanismen blijven om afscheid te kunnen nemen van falende bestuurders," aldus Cools.