4 oktober 2010 -
Een derde (32 procent) van de Nederlandse MKB-ondernemingen werkt samen met ondernemingen in het buitenland of heeft dit in het verleden wel eens gedaan. Zij die succesvol internationaliseren, zijn in de regel ook de meest innovatieve bedrijven. En internationalisering loont: ruim een derde van de internationaal opererende ondernemers genereert meer dan tien procent van de omzet in het buitenland.
Dit blijkt uit onderzoek uitgevoerd door TNS NIPO onder 602 directeur-grootaandeelhouders (DGA’s) uit het Nederlandse MKB. Het onderzoek is een initiatief van Enterprise Europe Network, ’s werelds grootste partner search-netwerk voor MKB-ondernemingen.
Innovatie en internationaal zaken doen
Ondernemers die technologische innovatie en het nastreven van een innovatieve cultuur hoog in het vaandel hebben staan, zoeken eerder en vaker samenwerking buiten de landsgrenzen. Andersom geldt dat innovatie significant minder aandacht krijgt in organisaties die niet internationaal samenwerken. Ondernemingen die dit wel doen, zijn bovendien meer bereid de risico’s van internationale samenwerking en de mislukking ervan te aanvaarden. "Dit merken we dagelijks in de praktijk. Innovatie en internationalisering zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden," aldus Jasper Hemmes, manager van Enterprise Europe Network. "Vakidioten - en dat bedoel ik positief - werken nu eenmaal graag samen met mensen op hetzelfde niveau. En voelen zich daarbij niet belemmerd door zaken als landsgrenzen, taal- of culturele verschillen." Eerder onderzoek dit jaar van EIM onder Europese MKB’ers bevestigt dit. Ook daaruit blijkt dat innovatieve bedrijven uit de technologiesectoren het snelst en het meest internationaliseren.
Omzetboost
Van de ondernemers die niet in het buitenland actief zijn, wijt bijna de helft (46 procent) dat aan het gebrek aan een buitenlands netwerk. Desalniettemin zijn zij van mening dat de onderneming het prima af kan zonder internationale samenwerking. Terwijl blijkt dat dit wel degelijk van toegevoegde waarde is. Ruim een derde (37 procent) van de ondernemers die al meer dan tien jaar internationaal samenwerken, genereert meer dan tien procent van de omzet in het buitenland. Veertien procent genereert zelfs meer dan de helft van de omzet buiten de landsgrenzen. Alle ondernemers zijn overigens van mening dat de Nederlandse overheid de administratieve lasten moet verminderen om internationaal ondernemen te stimuleren. "Ook dit horen we vaak, ondernemers willen zo min mogelijk regeltjes," aldus Hemmes. "De overheid is de afgelopen jaren al goed bezig met het terugbrengen van de administratieve lasten; dit onderzoek toont aan dat we ons best moeten blijven doen."
Zien doet geloven
Expansie van het afzetgebied of het aanboren van nieuwe markten zijn de belangrijkste drijfveren voor ondernemers om met buitenlandse partners in zee te gaan (44 procent). Duitsland is de belangrijkste partner (68 procent), gevolgd door België (48 procent) en Groot-Brittannië (32 procent). Ruim een derde van de ondervraagde DGA’s maakt geen onderscheid tussen nationaal en internationaal ondernemen: 37 procent ervaart geen fysieke grenzen. Internationaal samenwerken wordt op allerlei gebieden als positief ervaren. De kwaliteit van buitenlandse producten en diensten steekt er met kop en schouders boven uit; 69 procent waardeert dit als (zeer) goed. Maar ook met de tijdsinvestering en het slechten van taal- en culturele barrières hebben internationaal opererende MKB’ers goede ervaringen. Geen wonder dat de meerderheid (54 procent) van hen andere ondernemers aanraadt om de internationale markt te gaan verkennen. "Het is logisch dat het internationale netwerk van een ondernemer nog beperkt is als hij of zij nog niet actief is in het buitenland. Maar dat mag geen excuus zijn om je als ondernemer te beperken tot enkel samenwerking binnen onze landsgrenzen," aldus Hemmes. Enterprise Europe Network brengt jaarlijks duizenden internationale ondernemers bij elkaar om samen te werken.