21 september 2010 -
Ruim een derde (37 procent) van het bedrijfsleven heeft in de afgelopen twee jaar te maken gehad met globalisering in de kernactiviteiten, zoals productiekrimp door internationale concurrentie en verplaatsting van productie naar lage-lonen landen.
Ruim een kwart (28 procent) van de bedrijven geeft aan bij de overige bedrijfsactiviteiten met globalisering te maken te hebben, bijvoorbeeld verplaatsing van administratie en/of R&D naar het buitenland. Het grootbedrijf heeft meer met globalisering te maken dan het MKB.
Gevolgen globalisering kernactiviteiten
Eén op elke twintig bedrijven (vijf procent) heeft te maken met productiekrimp als gevolg van internationale concurrentie. Dit speelt het sterkst in de industrie (tien procent), vooral bij de papier- en grafische industrie (veertien procent) en de metaalindustrie (veertien procent).
Daarnaast wordt de productie door ruim drie procent van de bedrijven verplaatst naar lage-lonen landen. Dit speelt vooral in de ICT-branche (25 procent) en de textiel- en kledingindustrie (tien procent). In de gehele industrie is dat vijf procent.
In een aantal gevallen zijn bedrijven meer halffabrikaten gaan importeren in plaats van grondstoffen. Dit komt het sterkst voor bij de metaalindustrie (zeven procent) en de meubel- en overige industrie (negen procent).
Overige bedrijfsactiviteiten Ook niet-kernactiviteiten hebben met globalisering te maken. In de afgelopen twee jaar heeft drie procent van de bedrijven in de industrie R&D-activiteiten naar het buitenland verplaatst, vier procent van de industriële bedrijven verplaatste (ook) de administratie naar het buitenland. Van alle bedrijven heeft drie procent administratieve processen naar het buitenland verplaatst. Dit geldt het sterkst voor de aardolie- en chemische industrie (elf procent) en de ICT-bedrijven (22 procent).
Kansen
De globalisering biedt ook kansen. Zo geeft vier procent van de bedrijven aan dat de marketingactiviteiten in Nederland zijn geconcentreerd. Dit speelt sterk in de metaal- (zeven procent), meubel- en overige industrie (tien procent) en de facilitaire diensten (elf procent), waartoe onder andere de reclamebureaus horen.
Conjunctuurenquête
De Conjunctuurenquête Nederland (COEN) brengt vier keer per jaar de belangrijkste ontwikkelingen en verwachtingen van het Nederlandse bedrijfsleven in kaart, uitgesplitst naar regio en bedrijfstak. Daarbij wordt in de analyse en de vraagstelling ingespeeld op actuele ontwikkelingen. De enquête is gebaseerd op kwalitatieve verwachtingen van ondernemingen en geeft daarom een stemmingsbeeld van ondernemers over de huidige en toekomstige gang van zaken.