13 september 2010 -
Na een krachtig tweede kwartaal hapert het herstel van het Nederlandse bedrijfsleven in het derde kwartaal. Het ondernemersvertrouwen zakt weer terug onder nul. Voornaamste reden is de tegenvallende ontwikkeling in de bouwsector en zijn toeleveranciers.
Het herstel in de exportsector zet wel duidelijk door. Ook is de concurrentiepositie van het bedrijfsleven licht verbeterd, vooral buiten de EU. Daarnaast herstelt de winstgevendheid verder door een goed tweede kwartaal.
Bouw
De bouw heeft het zwaar en blijft in veel opzichten achter op andere sectoren: scherp dalende omzetten, krimpende personeelsbestanden en sterk teruggelopen orderportefeuilles. De investeringen blijven noodgedwongen op een laag pitje staan.
Ondernemersvertrouwen
De negatieve ontwikkeling van het ondernemersvertrouwen hangt in belangrijke mate samen met de negatieve ontwikkeling van de omzet- (en export)verwachtingen in de bouw, de groothandel en de sector vervoer, opslag en communicatie. In de horeca is juist sprake van een licht herstel dankzij meer investeringen, hoewel ook in de horeca de omzetverwachtingen zijn getemperd.
Regio
Het ondernemersvertrouwen verschilt aanzienlijk per regio, maar daalt overal. Het sterkst gebeurt dat in Gelderland en Limburg. In Gelderland is de terugval te wijten aan verslechterde omzet (- en export) vooruitzichten in de bouw, de groothandel en de sector vervoer, opslag en communicatie. Daarbij zakken de investeringen van de bouw naar een dieptepunt. In Limburg is de dienstensector verantwoordelijk voor de sterke daling van omzet-en exportverwachtingen.
In de regio's Zeeland/West-Brabant en Utrecht daalt het ondernemersvertrouwen daarentegen marginaal. De in deze regio's belangrijke sectoren groothandel en diensten presteren bovengemiddeld. Binnen de Zeeuwse dienstensector is vooral de horecasector verantwoordelijk voor de bovengemiddelde prestaties. Dit is (voor een deel) een seizoenseffect: het derde kwartaal is het toeristisch seizoen.
Conjunctuurenquête
De Conjunctuurenquête Nederland (COEN) brengt vier keer per jaar de belangrijkste ontwikkelingen en verwachtingen van het Nederlandse bedrijfsleven in kaart, uitgesplitst naar regio en bedrijfstak. Daarbij wordt in de analyse en de vraagstelling ingespeeld op actuele ontwikkelingen. De enquête is gebaseerd op kwalitatieve verwachtingen van ondernemingen en geeft daarom een stemmingsbeeld van ondernemers over de huidige en toekomstige gang van zaken.
De index van het Ondernemersvertrouwen is de optelsom van negatieve en positieve verwachtingen van vier indicatoren: omzet, export, investeringen en werkgelegenheid.
De stagnerende groei heeft nog een veel belangrijkere oorzaak. Namelijk de beperkte productie capaciteit.
Door de saneringen van de afgelopen jaren is er te weinig capaciteit om voldoende snel aan de aantrekkende vraag te voldoen.
Waar aan het begin van het jaar nog 1 á 2 weken levertijd normaal waren is dit nu 2 á 3 maanden en voor speciale onderdelen tot 12 maanden.
We hebben de flexibiliteit om snel te produceren verloren en er zijn geen buffer voorraden meer.