12 oktober 2017 - (ABM FN-Dow Jones) De Amerikaanse beurzen koersen donderdag richting een licht lagere opening. Futures op de toonaangevende S&P 500 index noteerden circa een halfuur voor opening van de handel op Wall Street bijna 0,2 procent in het rood, terwijl de futures op de Dow Jones index en de Nasdaq beide 0,1 procent verloren.
Vandaag trapten de Amerikaanse banken Citigroup en JPMorgan Chase het Amerikaanse kwartaalcijferseizoen echt af en de financiële markten verteren de notulen van de laatste vergadering van de Federal Reserve.
"Handelaren zijn optimistisch na de notulen, omdat deze bevestigden dat de Fed gecommiteerd is aan de huidige invulling van het monetaire beleid", schreef hoofdmarktanalist Naeem Aslam van ThinkMarkets donderdagochtend in een rapport. "Zolang de economische vooruitzichten niet verslechteren, heeft de Fed er vertrouwen in dat een nieuwe renteverhoging aan het eind van het jaar waarschijnlijk is. Dat geeft investeerders vertrouwen. De reden is dat de Fed niet bezorgd is over structurele schade van alle orkanen en classificeerde deze als tijdelijk", zo merkte de marktvorser op. De notulen van de Federal Reserve bevatten de boodschappen die de markt had verwacht, concludeerde hij.
Niettemin is er niet overal eenduidigheid bij de leden van de Fed, aldus Aslam. Hij wees erop dat met name Charles Evan van de Chicago Fed en Neil Khaskari van de Minneapolis Fed vinden dat de inflatie te laag is. Later vandaag zullen Lael Brainard en Jerome Powell van de Federal Reserve publieke speeches geven.
Op macro-economisch vlak bleek uit cijfers van het ministerie van Arbeid dat het aantal eerste aanvragen voor een uitkering in de Verenigde Staten in de week eindigend op 7 oktober is gedaald. De wekelijkse eerste uitkeringsaanvragen liepen met 15.000 stuks terug tot 243.000. Dat was ruim onder de verwachting van 252.000. Het aantal verlengde steunaanvragen in de week eindigend op 30 september kwam uit op 1.889.000 miljoen stuks, een daling van 32.000 stuks.
De producentenprijzen in de Verenigde Staten zijn in september harder gestegen dan in augustus. De producentenprijzen stegen met 0,4 procent in september. In augustus stegen de prijzen met 0,2 procent en in juli was sprake van een daling met 0,1 procent. De voedingsprijzen bleven in september ongewijzigd. De energieprijzen stegen daarentegen met 3,4 procent. Op jaarbasis stegen de prijzen in september met 2,6 procent.
In Europa was sprake van een licht negatief sentiment, met een verlies van bijna 0,2 procent voor de breed samengestelde STOXX Europe 600 index. De Aziatische beurzen sloten donderdag wisselend, met een plus van 0,4 procent voor de Japanse Nikkei en een verlies van 0,2 procent voor de Chinese Shanghai Composite.
Olie noteerde donderdag in het rood. Een november-future West Texas Intermediate daalde 1,4 procent tot 50,57 dollar, terwijl een december-future Brent 1,1 procent goedkoper werd op 56,36 dollar. De wereldwijde olievoorraden zijn in september gestegen, doordat met name in Amerika de productie bleef groeien, bleek donderdag uit resultaten van het Internationale Energieagentschap. De IEA zei dat de mondiale olievoorraden in september met 90.000 vaten zijn gestegen ten opzichte van augustus, tot 97,5 miljoen vaten. Dit was 620.000 vaten meer dan in dezelfde maand van 2016.
Later vandaag zal de Energy Information Administration de Amerikaanse olievoorraden van vorige week rapporteren.
De euro/dollar noteerde op 1,1845. Woensdagavond bij het sluiten van Wall Street was dit 1,1867 en het muntpaar noteerde donderdag bij de opening van de Europese beurzen op 1,1876.
