9 oktober 2017 - (ABM FN-Dow Jones) De Europese beurzen zijn maandag overwegend met kleine plussen gesloten, met als uitzondering de Britse beurs.
De breed samengestelde STOXX Europe 600 index steeg 0,2 procent tot 390,21 punten, de Duitse DAX noteerde ook 0,2 procent hoger op 12.976,40 punten en de Franse CAC 40 sloot 0,1 procent hoger op 5.365,83 punten. De Britse FTSE 100 verloor 0,2 procent en kwam uit op 7.507,89 punten.
De Spaanse IBEX 35 index sloot 0,5 procent hoger op 10.236,00 punten, na een weekend met grote demonstraties van voor- en tegenstanders van de onafhankelijkheid van Catalonië. Inmiddels hebben vanwege de onzekerheid verschillende grote bedrijven en banken hun hoofdkantoren uit Barcelona verplaatst naar Madrid en andere Spaanse steden, of dreigen hiermee.
"De demonstraties hebben ons duidelijk laten zien dat er twee kanten zijn aan de Catalaanse situatie", zei marktanalist David Madden van CMC Markets maandag.
"De Spaanse regering heeft voor bedrijven in Catalonië gemakkelijker gemaakt om hun hoofdkantoren naar elders in Spanje te verplaatsen. Deze financiële druk kan het leven van Catalanen die voor afscheiding zijn moeilijker maken", voegde hij toe. "Dat gezegd hebbende, wordt er nog steeds gesproken over de mogelijkheid dat de regio zich deze week onafhankelijk van Spanje zal verklaren. Zolang die onzekerheid voortduurt, zullen internationale investeerders naar andere locaties kijken voor investeringsmogelijkheden."
Mocht Catalonië zich inderdaad onafhankelijk verklaren, dan zal Madrid vermoedelijk artikel 155 in werking zetten en daarmee het Catalaanse parlement ontbinden.
De macro-economische agenda was maandag mager gevuld.
De bedrijvigheid in de Chinese dienstensector is in september in een duidelijk lager tempo gegroeid, bleek maandag uit cijfers van Markit Economics en Caixin. De inkoopmanagersindex voor de dienstensector daalde van 52,7 in augustus naar 50,6 in september, het laagste niveau sinds december 2015. Eerder al bleek de inkoopmanagersindex voor de Chinese industrie gedaald van 51,6 naar 51,0.
De Duitse industrie is in augustus zowel op maand- als op jaarbasis gestegen. De productie, gecorrigeerd voor seizoensinvloeden en werkdagen, steeg ten opzichte van juli met 2,6 procent. Er was slechts een stijging van 0,9 procent verwacht. In juli daalde de industriële productie op maandbasis met een herziene 0,1 procent, waar eerder nog werd uitgegaan van een stabiel productieniveau. Op jaarbasis steeg de industriële productie in augustus met 4,7 procent.
"De sterke industriële productie geeft nieuw bewijs dat de economie de zomerzwakte achter zich heeft gelaten en terug is op maximale snelheid", zei hoofdeconoom Carsten Brzeski van ING in een reactie. "Terwijl de coalitiebesprekingen voor een nieuwe Duitse regering nog moeten beginnen, dendert De Duitse economie voort", concludeerde deze marktvorser.
"Feitelijk kan Duitsland zich comfortabel voelen vanwege de ervaringen van zijn westelijke buurlanden die hebben laten zien dat het langdurig hebben van een demissionaire regering die slechts op de winkel past, geen obstakel hoeft te zijn voor sterke groei."
De euro/dollar noteerde maandag op 1,1745. Bij de start van de handelsdag in Europa stond het muntenpaar nog op 1,1724 en bij het sluiten van de Amerikaanse beurzen op vrijdag stond er een stand van 1,1733 op de borden.
De olieprijzen noteerden wisselend. Een november-future West Texas Intermediate steeg 0,3 procent tot 49,43 dollar, terwijl een december-future Brent onveranderd noteerde op 55,63 dollar.