31 juli 2017 - (ABM FN-Dow Jones) De Amerikaanse beurzen zijn maandag verdeeld gesloten. De toonaangevende S&P 500 index sloot 0,1 procent lager op 2.470,32 punten, de Dow Jones index won 0,3 procent op 21.891,12 punten en de Nasdaq sloot 0,4 procent lager op 6.348,12 punten.
Wall Street zag zich maandag bij opening gesteund door winsten op de Europese en Aziatische aandelenmarkten. De Europese mijnbouwsectors zagen zich gesteund door Chinese macrodata. De bedrijvigheid in de Chinese industrie is in juli opnieuw gestegen, maar wel in een iets minder hoog tempo. De bouwactiviteit in China noteerde op zijn hoogste niveau sinds december 2013.
"Maandag markeerde het begin van een drukke week wat macro-publicaties en bedrijfsresultaten betreft", aldus marktanalist Josh Mahony van IG. "Nadat 20 procent van de S&P-fondsen vorige week zijn resultaten publiceerde, wordt een eventuele daling in bedrijfspublicaties deze week ruimschoots gecompenseerd door een vloed aan macro-publicaties", voegde hij toe. Het zwaartepunt ligt op vrijdag met de publicatie van het Amerikaans banenrapport van juli.
Ruim een uur voor de slotbel domineerde het Witte Huis de nieuwskoppen, nadat bekend werd dat president Donald Trump communicatiedirecteur Anthony Scaramucci heeft ontslagen. Scaramucci werd tien dagen geleden aangesteld als communicatiedirecteur. Trump's nieuwe stafchef John Kelly zou bij Trump op het ontslag van Scaramucci aangedrongen hebben.
Op macro-economisch vlak werd bekend dat de aanstaande woningverkopen in de Verenigde Staten in juni zijn gestegen. De verkoopindex nam in juni op maandbasis toe met 1,5 procent naar 110,2. Op jaarbasis was er sprake van een stijging van 0,5 procent. Het was de eerste stijging op jaarbasis sinds maart.
Tevens werd bekend dat de groei in bedrijvigheid rond de regio Chicago in juli iets is vertraagd, na de flinke stijging een maand eerder. De inkoopmanagersindex daalde van 65,7 in juni, toen het hoogste niveau in ruim een jaar, naar 58,9 in juli.
De september-future voor een vat ruwe olie sloot maandag op de New York Mercantile Exchange 0,46 dollar hoger, ofwel 0,9 procent, op 50,17 dollar.
De euro/dollar noteerde op 1,1839. Bij aanvang van de handelsdag in New York bewoog het muntpaar nog op 1,1730 en rond het sluiten van de Amerikaanse beurzen op vrijdag stond er een stand van 1,1759 op de borden.
Op macro-economisch vlak staan dinsdag een vijftal publicaties geagendeerd. Voorbeurs verschijnen de persoonlijke inkomens en uitgaven in juni, gevolgd door de inkoopmanagersindexen voor de industrie van juli van achtereenvolgens Markt Economics en ISM en de Amerikaanse bouwuitgaven in juni. Later op de dag verschijnen de verkoopdata van de autosector in de Verenigde Staten in juli.