20 juli 2017 - (ABM FN-Dow Jones) De Europese beurzen zijn donderdag lager gesloten, nadat beleggers de kansen heroverwogen dat de Europese Centrale Bank sneller gaat beginnen met het afbouwen van de monetaire stimulering die aandelen in de eurozone naar recordhoogtes heeft opgestuwd.
De breed samengestelde STOXX Europe 600 index daalde 0,5 procent tot 383,78 punten, de Duitse DAX presenteerde een nipt verlies van 0,04 procent op 12.447,25 punten en voor de Franse CAC 40 resteerde een min van 0,3 procent op 5.199,22 punten. De Britse FTSE 100 onttrok zich aan de malaise op het Europese vasteland en sloot 0,8 procent hoger op 7.487,87 punten.
Aandelen in Duitsland, Frankrijk en Italië zagen de winst omslaan in verlies terwijl de euro naar het hoogste niveau in meer dan een jaar schoot, ten opzichte van de dollar. Die bewegingen volgden op het vooruitzicht dat de ECB spoedig zal verklaren dat het tijd is om zijn enorme opkoopprogramma van obligaties af te bouwen.
De ECB hield donderdag zoals verwacht zijn rentetarieven ongewijzigd. Belangrijker was dat president Mario Draghi tijdens de bijbehorende persconferentie zei dat de economie van de eurozone weliswaar is verbeterd, maar dat er nog steeds substantiële monetaire stimulering nodig is en dat de bank volgens plan voor 60 miljard euro per maand aan obligaties blijft opkopen.
De centrale bankier zei dat beleidsmakers eventuele wijzigingen van het opkoopprogramma zullen bespreken in de herfst van dit jaar, maar wilde niet zeggen of de volgende beleidsvergadering in september ook al tot het najaar mag worden gerekend.
De euro steeg sterk omdat beleggers de sussende toon van Draghi terzijde schoven, volgens marktanalist Craig Erlam. "Draghi en de ECB proberen een 'taper tantrum' scenario te vermijden. Volgens Erlam was Draghi vastbesloten om de bewoordingen van toenmalig Fed-voorzitter Ben Bernanke te vermijden die in 2013 tot een schok op de financiële markten leidden.
Olie sloot donderdag in het rood, nadat de prijs aan het einde van de Europese handel wegzakte. Een september-future West Texas Intermediate daalde 0,5 procent tot 47,08 dollar, terwijl een september-future Brent 0,4 procent lager bewoog op 49,34 dollar.
De euro/dollar noteerde op 1,1641, een stijging van ongeveer 1,1 procent. Het was voor het eerst sinds mei 2016 dat de euro boven 1,16 noteerde. Bij aanvang van de handelsdag bewoog het muntpaar nog op 1,1504 en bij het sluiten van de Amerikaanse beurzen op woensdag stond er een stand van 1,1517 op de borden.
"De ECB leek zich geen zorgen te maken over de recente stijging in de euro ondanks het feit dat dit neerwaartse risico's voor de inflatie met zich meebrengt. Als gevolg hiervan steeg de euro/dollar. Deze reactie geeft aan dat de stijging van de euro/dollar voorlopig nog even niet voorbij is", concludeerde valutaspecialist Georgette Boele van ABN AMRO.
Europese aandelen kunnen schade ondervinden van een sterkere euro, omdat een sterkere munt de producten van Europese exporteurs duurder maakt voor buitenlandse kopers.