6 juli 2017 - (ABM FN-Dow Jones) De beurzen in de Verenigde Staten zijn donderdag, in navolging van de Europese beurzen, lager gesloten, ondanks een veel sterker dan verwachte daling van de Amerikaanse olievoorraden. De markten zijn in afwachting van de G20 top op vrijdag en zaterdag in Hamburg en verkeren verder in onzekerheid over oplopende geopolitieke spanningen rond Noord-Korea, Qatar en Turkije. Ook vindt vanwege hogere rentes deels een vlucht uit aandelen naar obligaties plaats.
De Dow Jones index sloot 0,7 procent lager op 21.320,18 punten, de toonaangevende S&P 500 index verloor 0,9 procent tot 2.409,78 punten en de Nasdaq eindigde een vol procent lager op 6.089,46 punten.
"Er zijn veel dingen die de honger naar risicovolle beleggingen dempen", zei senior marktanalist Chris Beauchamp van IG in Londen, die daarbij ook wees op stijgende rentes. "Geopolitieke zorgen beginnen de markten op Wall Street en in Europa parten te spelen", merkte hij verder op. "Het vertrek uit techfondsen is begonnen en investeerders stapten over naar financials. Je ziet ook een bredere beweging vanuit aandelen terug naar obligaties om een veilige haven te bieden, tot op zekere hoogte", voegde de analist toe, wijzend op de spanningen rond de lancering deze week van een intercontinentale ballistische raket door Noord-Korea. "De markt wordt nu nog niet te paniekerig, maar in de periode juli, augustus en september zouden we iets meer nervositeit kunnen gaan zien."
De voorraden ruwe olie in de Verenigde Staten zijn vorige week veel harder dan verwacht gedaald, bleek donderdag uit cijfers van de Energy Information Administration. In de week eindigend op 30 juni daalden de olievoorraden met circa 6,3 miljoen vaten tot 502,9 miljoen vaten. De benzinevoorraden liepen terug met circa 3,7 miljoen vaten tot een totaal van 237,303 miljoen vaten, terwijl de voorraden stookolie en andere distillaten met ongeveer 1,9 miljoen vaten daalden tot 150,422 miljoen vaten. De capaciteitsbenutting van raffinaderijen steeg afgelopen week van 92,5 naar 93,6 procent.
Op macro-economisch vlak werd donderdag ook bekend dat de bedrijvigheid in de Amerikaanse dienstensector in juni is toegenomen, zo bleek donderdag uit cijfers van het Institute for Supply Management. De inkoopmanagersindex steeg van 56,9 in mei naar 57,4 in juni. Eerder donderdagmiddag bleek de inkoopmanagersindex voor de dienstensector, zoals die wordt gemeten door Markit Economics, ook te zijn gestegen, van 53,6 in mei naar 54,2 afgelopen maand.
Uit cijfers van loonstrookjesverwerker ADP bleek dat de werkgelegenheid in de Verenigde Staten in juni minder hard is gestegen dan de maand ervoor en bovendien minder hard dan verwacht. Het aantal banen in de niet-agrarische private sector steeg met 158.000 stuks, terwijl de markt rekende op een groei van circa 180.000 banen.
Tevens werd bekend dat het aantal eerste steunaanvragen in de Verenigde Staten in de week eindigend op 1 juli is gestegen met 4.000 tot 248.000 aanvragen.
Het tekort op de Amerikaanse handelsbalans is in mei gedaald naar 46,51 miljard dollar van 47,59 miljard dollar in april. Economen rekenden vooraf op een tekort van 46,2 miljard dollar.
De augustus-future voor een vat ruwe olie sloot donderdag op de New York Mercantile Exchange 0,39 dollar ofwel 0,9 procent hoger op 45,52 dollar.
De euro/dollar noteerde op 1,1420. Bij aanvang van de handelsdag in New York bewoog het muntpaar nog op 1,1386 en bij het sluiten van de Europese beurzen noteerde het muntpaar op 1,1407.
Vrijdag staat het Amerikaanse banenrapport van de overheid over juni op de macro-agenda.