30 juni 2017 - (ABM FN-Dow Jones) De Europese financiële markten hebben vrijdag het eerste halfjaar van 2017 afgesloten en zijn nu in afwachting van een grote reeks macro-economische cijfers van volgende week, waaronder veel Europese en Aziatische inkoopmanagersindices en Amerikaanse banenrapporten over juni.
De breed samengestelde STOXX Europe 600 index daalde 0,3 procent tot 379,37 punten, de Duitse DAX presenteerde een verlies van 0,7 procent tot 12.325,12 punten en voor de Franse CAC 40 resteerde een eveneens een min van 0,7 procent naar 5.120,68 punten. De Britse FTSE 100 sloot 0,5 procent lager op 7.312,72 punten.
De stemming zit er aan het einde van het eerste halfjaar niettemin goed in, constateerde hoofd Macro-economie Maarten Leen van ING vrijdag. "In de eurozone zijn ondernemers en consumenten in bijna tien jaar niet zo positief geweest. Het Duitse ondernemersvertrouwen bereikte zelfs de hoogste stand ooit. Ook bij de Amerikaanse consument blijft de stemming goed", zei hij.
"De Duitse Ifo index bereikte in juni met een waarde van 115,1 de hoogste stand ooit. Zowel het oordeel over de huidige stand van de economie als die in de toekomst verbeterde in juni verder. Dit maakt het waarschijnlijk dat de Duitse economie voorlopig onverminderd sterk zal doorgroeien. Ook elders in Europa heerst er een optimistische stemming. De Economic Sentiment Indicator, die de gecombineerde stemming van zowel ondernemers als
consumenten in het eurogebied weergeeft, steeg in juni tot de hoogste waarde sinds augustus 2007. Hiermee lijkt een economische groei van meer dan 2 procent in het eurogebied goed mogelijk. De positieve stemming is breed gedragen. In alle sectoren is sprake van een stemmingsverbetering. Ook bij de consumenten neemt het toekomstvertrouwen toe", zo merkte hij verder op.
Op macro-economische gebied waren er vrijdagmiddag nog vier cijfers uit de Verenigde Staten.
Amerikanen hebben hun inkomens in mei harder dan verwacht zien stijgen, zo maakte de Amerikaanse overheid bekend. De persoonlijke inkomens namen op maandbasis met 0,4 procent toe. Vooraf geraadpleegde economen rekenden op een stijging met 0,3 procent. In de voorgaande maand stegen de persoonlijke inkomens op maandbasis met 0,4 procent. Persoonlijke uitgaven stegen in mei conform de verwachting met 0,1 procent, na een stijging van 0,4 procent in april.
De PCE kernprijsindex, die de Federal Reserve als één van de graadmeters voor de ontwikkeling van de inflatie gebruikt, nam in mei op maandbasis met 0,1 procent toe. Op jaarbasis was er een stijging met 1,4 procent, versus een stijging van 1,5 procent een maand eerder. De Fed streeft naar een prijsstabiliteit van 2,0 procent.
Het consumentenvertrouwen, zoals gemeten door de Universiteit van Michigan, is in juni gedaald. De index voor het consumentenvertrouwen zakte van 97,1 in mei naar 95,1 deze maand. Halverwege juni kwam uit een voorlopige meting nog een niveau van 94,5 naar voren. Volgens econoom Richard Curtin van University of Michigan is het Amerikaanse consumentenvertrouwen op het laagste niveau terecht gekomen sinds Donald Trump tot president werd verkozen. De deelindicator voor de economische verwachtingen voor het komend halfjaar daalde op maandbasis van 87,7 naar 83,9. De deelindicator voor de huidige toestand van de economie steeg evenwel van 111,7 naar 112,5.
De inkoopmanagersindex voor de regio Chicago is in juni flink gestegen, meldde het Institute for Supply Management. De index die de bedrijvigheid meet in de regio rond Chicago, steeg van 59,4 in mei naar 65,7 in juni. Deze stijging belooft veel goeds voor de zomer, zo stelde ISM. Deelindexen voor de productie en de nieuwe orders lagen op niveaus die al drie jaar niet meer zijn gezien.
De consumentenprijzen in de eurozone in juni zijn minder hard gestegen, zo bleek vrijdagochtend uit voorlopige cijfers van statistiekbureau Eurostat. De inflatie noteerde in juni op jaarbasis op 1,3 procent, versus 1,4 procent in mei.
Vanuit Frankrijk kwam het nieuws van statistiekbureau Insee dat de consumentenprijzen in juni op jaarbasis zijn gestegen met 0,7 procent. Op maandbasis was sprake van een ongewijzigd prijsniveau. De Franse producentenprijzen in mei daalden op maandbasis met 0,5 procent. Op jaarbasis was sprake van een stijging van 2,3 procent. De consumentenbestedingen stegen in mei op maand- en jaarbasis met achtereenvolgens 1,0 procent en 1,5 procent.
De Duitse detailhandelsverkopen zijn in mei op maand- en jaarbasis gestegen met 0,5 procent en 4,8 procent. Het aantal werklozen in Duitsland is in juni met 7.000 gestegen, maar het aangepast werkloosheidspercentage bleef ongewijzigd op 5,7 procent. In totaal zaten 2,473 miljoen Duitsers in juni zonder baan.
De Britse economie is in het eerste kwartaal op kwartaalbasis met 0,2 procent gegroeid. Op jaarbasis was in het eerste kwartaal sprake van groei met 2,0 procent. Het consumentenvertrouwen in het Verenigd Koninkrijk is in juni gedaald met 5 punten tot -10.
Olie noteerde vrijdag wederom in het groen. Een augustus-future West Texas Intermediate steeg 1,3 procent tot 45,52 dollar, terwijl een september-future Brent 0,7 procent hoger bewoog naar 47,77 dollar.
De euro/dollar noteerde op 1,1412. Bij aanvang van de handelsdag bewoog het muntpaar nog op 1,1430 en bij het sluiten van de Amerikaanse beurzen op donderdag stond er een stand van 1,1437 op de borden.
