15 juni 2017 - (ABM FN-Dow Jones) De Amerikaanse beurzen stevenen donderdag af op een lagere opening. Futures op de toonaangevende S&P 500 index noteerden ruim een half uur voor de openingsbel tot 0,1 procent in het rood.
Centrale banken domineerden ook donderdag het sentiment nadat de Federal Reserve woensdag voor de tweede keer dit jaar de rente verhoogde. De Amerikaanse centrale bank hintte op het eindevan het soepele monetaire beleid.
De Fed bevindt zich volgens marktanalist Craig Erlam van Oanda in een meer bevoorrechte positie dan zijn Britse evenknie, "met veel betere groeivooruitzichten, een economie die veel beter in vorm is en een inflatieniveau, dat een strakker monetair beleid mogelijk maakt", aldus de marktanalist.
De Amerikaanse centrale bank gaf aan dat er een kans bestaat dat de Fed de rente dit jaar nog een keer verhoogt en tegelijkertijd van plan is om de omvangrijke balans terug te dringen. Handelaren zijn volgens Erlam evenwel niet overtuigd dat de centrale bank de rente dit jaar nog een keer zal opschroeven, ondanks het commentaar van de Fed.
"De renteverhoging [van woensdag] was verwacht, maar wat niet was verwacht was de 'hawkish' toon van de Fed-verklaring", meende marktanalist Kathleen Brooks van City Index echter.
Donderdagmiddag maakte de Bank of England een pas op de plaats, zoals ook werd voorzien. Wat verraste was dat niet één maar drie bankiers opteerden voor een renteverhoging.
Op macro-economisch vlak werd voorbeurs bekend dat de wekelijkse steunaanvragen in de Verenigde Staten in de week eindigend op 10 juni met 8.000 stuks daalden naar 237.000 aanvragen. Er was gerekend op 240.000 aanvragen.
De Amerikaanse import- en exportprijzen daalden in mei met achtereenvolgens 0,3 procent en 0,7 procent.
Ook werden er twee regionale indicatoren bekend gemaakt. De bedrijvigheid in de industrie in de regio rond het Amerikaanse Philadelphia daalde in juni minder hard dan was verwacht. De activiteit in New York steeg juist naar het hoogste niveau in meer dan twee jaar tijd.
Later op de dag verschijnen nog cijfers over de industriële productie en over de huizenmarkt.
In Europa was sprake van een negatief sentiment, met een verlies van 0,9 procent voor de breed samengestelde STOXX Europe 600 index, waarbij de indexen tussentijds op hun laagste niveau in bijna twee maanden noteerden. Ook in Europa plaatsten beleggers vraagtekens bij de indicatie die de Federal Reserve afgaf voor zijn monetair beleid, gezien de signalen dat de consumentenbestedingen haperen.
De Aziatische beurzen noteerden vanochtend overwegend lager. De Japanse Nikkei 225 daalde 0,3 procent tot 19.831,82 punten en de Chinese Shanghai Composite steeg 0,1 procent tot 3.132,49 punten.
Olie noteerde donderdag lager. Een juli-future West Texas Intermediate daalde 0,5 procent tot 44,50 dollar, terwijl een augustus-future Brent 0,3 procent lager noteerde op 46,87 dollar.
De euro/dollar noteerde op 1,1152. Bij aanvang van de handelsdag in Europa bewoog het muntpaar nog op 1,1180 en bij het sluiten van de Amerikaanse beurzen op woensdag stond er een stand van 1,1218 op de borden.
