12 juni 2017 - (ABM FN-Dow Jones) De aandelenmarkten in Europa leden maandag de grootste verliezen in bijna een maandag, aangevoerd door koersdalingen voor technologie-aandelen, terwijl beleggers ook terughoudend waren met het kopen van Britse aandelen, nu de parlementsverkiezingen aldaar een 'hung parliament' hebben opgeleverd.
De breed samengestelde STOXX Europe 600 index verloor 1,0 procent tot 386,62 punten, de Duitse DAX presenteerde een verlies van 1,0 procent op een stand van 12.690,44 punten en voor de Franse CAC 40 resteerde een min van 1,12 procent tot 5.240,59 punten.
De Britse FTSE 100 daalde 0,21 procent tot 7.511,87 punten.
De verkoopgolf van technologie-aandelen begon vrijdag op Wall Street en zette maandag door op de Aziatische en Europese beurzen. Ook in de Verenigde Staten bleven de verliezen maandag doorgaan, met een verlies voor de Nasdaq Composite index van 0,9 procent rond het slot van de Europese beurzen.
"Veel van de stijging van de Amerikaanse aandelenmarkt in 2017 is gebaseerd op het succes en de aantrekkingskracht van de aandelen Facebook, Alphabet, Amazon. Netflix en Apple, die dit jaar allemaal met 27 tot 34 procent zijn gestegen. Hoe lang dit kan voortduren, staat te bezien", stelde marktcommentator David Buik van Panmure Gordon zondag.
Aandelen in Londen hadden het moeilijk terwijl beleggers keken naar ontwikkelingen in de Britse regering, nadat de parlementsverkiezingen vorige week donderdag geen meerderheid voor één van de partijen hadden opgeleverd: een zogenaamde 'hung parliament'.
De Britse premier Theresa May wordt bekritiseerd om haar beslissing om verkiezingen uit te schrijven waardoor de Conservatieve Partij nu haar meerderheid in het Lagerhuis kwijt is. Op 19 juni moet het Verenigd Koninkrijk de onderhandelingen over het vertrek uit de Europese Unie beginnen. May werkt aan een coalitie met de Noord-Ierse partij DUP om de vereiste meerderheid in het parlement te krijgen.
Het pond daalde maandag verder ten opzichte van de Amerikaanse dollar, tot 1,2660 dollar, en de euro, tot 0,8852. Ten opzichte van beide munten verloor de Britse munt zo'n 0,7 procent in waarde.
De euro en de dollar hielden elkaar min of meer in evenwicht.
De olieprijs steeg. Een juli-future West Texas Intermediate noteerde rond het slot in Europa 0,8 procent hoger op 46,17 dollar, terwijl een augustus-future Brent 0,4 procent hoger bewoog op 48,35 dollar.
Op macro-economisch vlak werd bekend dat de Italiaanse industriële productie in april met 0,4 procent is gedaald op maandbasis. De conjunctuur in de OESO-landen bleef stabiel in april.