9 maart 2017 - (ABM FN-Dow Jones) Wall Street koerst donderdag af op een lagere opening. Futures op de toonaangevende S&P 500 index noteren een half uur voor de openingsbel nagenoeg ongewijzigd.
Er zijn in de Verenigde Staten donderdag weinig richtinggevende cijfers of evenementen en ook het rentebesluit van de Europese Centrale Bank bevatte geen verassingen die de Amerikaanse belegger in beweging zullen krijgen.
Nu het cijferseizoen ten einde loopt, maakte investeringsstrateeg Sam Stovall van CFRA Research de voorlopige balans op. "Investeerders blijven optimistisch vanwege een voorspelde stijging in 2017 met 11 procent van het bedrijfsresultaat per aandeel. Bovendien geloven investeerders dat deze voorziene groei van de winst per aandeel wel eens twee keer zo hoog kan uitpakken, als de regering Trump erin slaagt om de belastingen te verlagen en de investeringen in infrastructuur te verhogen", zo schreef de marktvorser in een rapport.
De Europese Centrale Bank liet zijn monetaire beleid donderdag zoals verwacht onveranderd ten opzichte van januari. Dit bleek uit het rentebesluit van de centrale bank. Het belangrijkste rentetarief van de ECB bleef daarmee staan op 0,00 procent, terwijl de depositorente 0,40 procent negatief bleef en de strafrente 0,25 procent. Ook het maandelijkse obligatie-opkoopprogramma werd donderdag gehandhaafd.
"Een belangrijke factor in dat kader is de komende G20 ontmoeting", zei marktanalist Naeem Aslam van Think Markets UK naar aanleiding van de ECB-bijeenkomst. "Hoe president Trump de dollar ziet, is een heel belangrijke factor. Hij heeft Duitsland een valuta manipulator genoemd vanwege de lagere euro en dat is iets dat Draghi op zijn dashboard moet houden, wanneer er een belangrijk besluit genomen moet worden. Je wilt absoluut geen volledige valuta-oorlog, maar de realiteit is dat je dit ook nooit kan uitsluiten", aldus de marktvorser.
Op macro-economische gebied waren er donderdag in de Verenigde Staten rapportages van de importprijzen in februari en de wekelijkse steunaanvragen.
De prijzen voor geïmporteerde goederen in de Verenigde Staten zijn in februari gestegen, meldde het Amerikaanse ministerie van Arbeid. Amerikaanse importprijzen stegen met 0,2 procent ten opzichte van een maand eerder, mede door hogere brandstofprijzen die met 0,7 procent daalden, na een stijging van 7,2 procent in januari. Er was een stijging van de importprijzen met 0,1 procent voorzien.
Het aantal eerste steunaanvragen steeg in de week eindigend op 4 maart op weekbasis, bleek uit cijfers van het Amerikaanse ministerie van Arbeid. De wekelijkse eerste uitkeringsaanvragen namen toe met 20.000 tot 243.000 stuks. Er was gerekend op een niveau van 238.000. Het vierwekelijkse voortschrijdende gemiddelde voor de eerste steunaanvragen, dat minder volatiel is dan de wekelijkse aanvragen, steeg met 2.250 naar 236.500. Het aantal verlengde steunaanvragen in de week eindigend op 25 februari daalde met 6.000 tot 2,058 miljoen aanvragen.
Olie noteerde donderdagmiddag nog in het rood. Een april-future West Texas Intermediate daalde 1,7 procent tot 49,44 dollar, terwijl een mei-future Brent 1,5 procent goedkoper werd op 52,34 dollar.
De euro/dollar noteerde op 1,0577. Bij aanvang van de handelsdag in Europa bewoog het muntpaar nog op 1,0548 en bij het sluiten van de Amerikaanse beurzen op woensdag stond er een stand van 1,0543 op de borden.
