3 februari 2017 - (ABM FN-Dow Jones) Sif Holding was deze week een opvallende stijger, met een koerswinst van 11,9 procent op 20,40 euro.
Vorige week hield de fabrikant van stalen funderingen voor offshore windprojecten en de olie- & gasindustrie een zogenoemde capital markets day op de Tweede Maasvlakte, en die werd door de bezoekers duidelijk geapprecieerd.
Analist Tijs Hollestelle van ING zei dat Sif een goede indruk achterliet op de beleggersdag met de presentatie van de nieuwe productiefaciliteiten. De analist was te spreken over de omvang en opzet van de nieuwe bouwplaats.
"We zijn onder de indruk van de nieuwe Rotterdamse faciliteit, niet alleen vanwege de omvang en uitstekende ligging, maar ook omdat de totale lay-out efficiënter lijkt", aldus de analist.
Thijs Berkelder van ABN AMRO constateerde ook dat Sif met de Tweede Maasvlakte “on track” is. Goed nieuws volgens de analist, omdat met dergelijke grote projecten eenvoudig vertraging kan worden opgelopen.
De kademuur en het draaibassin zijn van zulke hoge kwaliteit dat de laadtijd voor de grote installatievaartuigen veel korter is dan verwacht. Dit kan een argument zijn voor klanten om hun opdrachten voortaan aan Sif te geven, denkt Hollestelle.
Het Roermondse Sif Holding opereert met zijn monopiles in een overzichtelijke markt. Samen met EEW is het marktleider en geldt Steelwind als de uitdager. De markt kent daarbij een duidelijke geografische verdeling, aldus Berkelder, met Sif dat in Rotterdam uitlevert en EEW in Rostock. Steelwind zit daar geografisch tussenin met het Duitse Nordenham.
Als gevolg van deze verdeling is het volgens de analist van ABN AMRO logisch dat Sif actiever is rondom Rotterdam, aangezien de kosten hier relatief lager zijn dan die voor de concurrentie. “Er zit een deel marktverdeling in”, aldus Berkelder, die dit een van de aantrekkelijke onderdelen van zijn investment case voor Sif noemde. Daarbij is de techniek met monopiles de leidende techniek voor offshore wind, voegde de marktkenner daaraan toe. Technische alternatieven vormen “nog geen bedreiging”, aldus Berkelder.