20 januari 2017 - (ABM FN-Dow Jones) De Amsterdamse beurs schoot deze week in de wachtstand met de beëdiging van Donald Trump als nieuwe Amerikaanse president in het vooruitzicht, en een conform verwachting weinig verrassend rentebesluit van de Europese Centrale Bank geen. De hoofdindex verloor op weekbasis 0,4 procent op een slotstand van 485,98 punten op vrijdag.
Trump mag zich vanaf nu de 45e president van de Verenigde Staten noemen. Sinds zijn onverwachte uitverkiezing was op de aandelenmarkten sprake van een rally, omdat de bekende zakenman van plan zou zijn flink te investeren in de Amerikaanse economie, en tegelijkertijd de belastingen te verlagen. In een persmoment vorige week, zijn eerste sinds de zomer, ging Trump echter niet in op mogelijke beleidsplannen en sindsdien verloor de aandelenrally aan kracht. Volgens marktkenners is het nu wachten op het daadwerkelijke beleid dat Trump gaat voeren.
"De geschiedenis leert ons dat eerdere presidenten altijd veel beloftes deden op de dag van hun inauguratie, maar dat ze er lang niet altijd in slaagden die beloftes ook in te lossen", aldus marktanalist Naeem Aslam van ThinkMarkets. "De twee dingen die momenteel overheersen onder beleggers zijn angst en verwachtingen", volgens de marktvorser.
De onzekerheid over het beleid dat de nieuwe Amerikaanse president gaat voeren, werkt ook door in het monetaire beleid van de Europese Centrale Bank. Donderdag liet de ECB zijn belangrijkste rentestanden ongewijzigd en werd ook het maandelijkse obligatie-opkoopprogramma, dat vanaf april wordt verlaagd van 80 miljard naar 60 miljard euro, ongemoeid gelaten. In de toelichting lag de nadruk van voorzitter Mario Draghi op de ontwikkeling van de inflatie in de eurozone en het benadrukken van de noodzaak van een verruimend monetair beleid.
Volgens beleggingsstrateeg Luke Bartholomew van vermogensbeheerder Aberdeen durfde Draghi het woord taperen daarbij ook niet concreet in de mond te nemen, maar zal het niet lang duren voor de markt zich begint af te vragen hoe het QE-programma er in 2018 uit zal zien.
Het Britse pond liep deze week ten opzichte van de dollar wat op, nadat premier Theresa May van het Verenigd Koninkrijk in een toespraak aangaf dat, hoewel zij een volledige Brexit nastreeft, ze wel van plan is om met de Europese Unie samen te blijven werken. Het pond liep op tot 1,2370 en noteerde vrijdagmiddag rond de 1,23 dollar.
De euro bewoog ten opzichte van de dollar volatiel. Aan het begin van de week liep de Europese munt wat op tegenover de greenback, om vervolgens weer te verzwakken tot 1,0590 tijdens de toelichting op het rentebesluit van de ECB op donderdag. Vrijdagmiddag noteerde de munt rond de 1,0660.
De olieprijs was volatiel, maar wel binnen een relatief kleine bandbreedte van tussen de 52,00 en 54,00 dollar per vat. Zowel de OPEC als het Internationaal Energieagentschap publiceerden deze week hun maandrapporten voor de oliemarkt en waarschuwden daarin voor de toenemende output vanuit landen die niet zijn aangesloten bij oliekartel OPEC, zoals bijvoorbeeld Amerika. Omdat deze landen meer gaan produceren vanwege de hogere olieprijzen, kan het effect van de afgesproken inperking van de productie negatief worden beïnvloed.