2 december 2016 - (ABM FN-Dow Jones) De Europese beurzen zijn vrijdag lager gesloten in aanloop naar het referendum in Italië aanstaande zondag.
"Aan de vooravond van een belangrijk weekend voor Italië lijken beleggers de kat uit de boom te kijken", zei marktenspecialist Tom Simonts van KBC Bolero.
De breed samengestelde STOXX Europe 600 index daalde 0,4 procent naar 339,36 punten, de Duitse DAX presenteerde een verlies van 0,2 procent op 10.513,35 punten en voor de Franse CAC 40 resteerde een min van 0,7 procent op 4.528,82 punten. De Britse FTSE 100 sloot 0,3 procent lager op 6.730,72 punten.
Naast zorgen over het aanstaande referendum in Italië richtte de markt zijn vizier op de Verenigde Staten, waar gedurende de tweede helft van de handelsdag het Amerikaans banenrapport geagendeerd stond.
Uit cijfers van het Amerikaanse ministerie van Arbeid bleek vrijdag dat de werkgelegenheid in de Verenigde Staten in november conform de verwachting is gestegen. Er kwamen afgelopen maand 178.000 banen bij, waar economen geraadpleegd door Dow Jones Newswires rekenden op een groei van 180.000. De werkloosheid liep terug van 4,9 naar 4,6 procent.
"De Amerikaanse data waren conform verwachting. Als je naar de details kijkt is sprake van verdeelde resultaten, maar over het algemeen waren de data redelijk goed", aldus marktanalist Naeem Aslam van ThinkMarkets. "De Federal Reserve zal zijn mening omtrent een renteverhoging later in de maand op basis van dit rapport waarschijnlijk niet wijzigen", voegde hij toe.
Wat de zorgen over het constitutioneel referendum betreft, Renzi heeft zijn politieke lot aan de uitslag verbonden. Peilingen zijn twee weken voor het referendum van aanstaande zondag niet meer toegestaan. De laatste meting gaf het 'Nee'-kamp evenwel een voorsprong.
Als het 'Nee' wordt, dan zijn nieuwe verkiezingen waarschijnlijk en dat kan weer gevolgen hebben voor het politieke geluid dat een deel van Italië in Europa wil laten horen, waarin veel twijfel over het nut van de eurozone schuil gaat.
Op macro-economisch vlak werd in Europa bekend dat de producentenprijzen in de eurozone in oktober zijn gedaald met 0,4 procent op jaarbasis. Op maandbasis namen de producentenprijzen in oktober evenwel toe met 0,8 procent.
Olie noteerde vrijdag rond het slot van de handel in Europa in het groen. Een januari-future West Texas Intermediate steeg 0,5 procent naar 51,27 dollar, terwijl een februari-future Brent 0,3 procent hoger bewoog op 54,07 dollar.
De euro/dollar noteerde op 1,0669. Bij aanvang van de handelsdag bewoog het muntpaar nog op 1,0628 en bij het sluiten van de Amerikaanse beurzen op donderdag stond er een stand van 1,0651 op de borden.
