30 september 2016 - (ABM FN-Dow Jones) De Europese beurzen zijn vrijdag overwegend hoger gesloten, na berichtgeving dat Deutsche Bank mogelijk een veel lagere boete krijgt van het Amerikaanse ministerie van Justitie.
De breed samengestelde STOXX Europe 600 index steeg 0,1 procent op 342,92 punten, de Duitse DAX presenteerde een winst van 1,0 procent op 10.511,02 punten en voor de Franse CAC 40 resteerde een plus van 0,1 procent op 4.448,26 punten. De Britse FTSE 100 noteerde evenwel 0,3 procent lager op 6.899,33 punten.
"De Europese beurzen stonden vandaag aanvankelijk onder druk, vanwege zorgen dat Deutsche Bank als een van de grootste kredietverschaffers de volgende Lehman Brothers zou worden", zo stelde marktanalist Jasper Lawler van CMC Markets.
Als gevolg hadden vooral de banken het vandaag moeilijk na de fikse koersdaling van Deutsche Bank donderdagavond tijdens de Amerikaanse handel. Diverse media meldden toen dat een aantal hedgefondsen dat derivatentransacties afhandelt via de Duitse grootbank overtollige contanten daar hebben weggehaald en het uitstaande tegenpartijrisico hebben verminderd.
"De aandelen Deutsche Bank vonden gedurende de middag echter de weg omhoog, na berichten dat het Amerikaanse ministerie van Justitie de Duitse bank dit weekend een boete zal geven van 5,4 miljard dollar, fors minder dan het aanvankelijke bedrag van 14 miljard dollar," aldus marktanalist Lawler. Dit verkleint de kans dat de Duitse bank steun nodig heeft van de Duitse overheid, zo voegde de analist daaraan toe, hoewel een herkapitalisatie vermoedelijk wel moet plaatsvinden.
Op macro-economisch vlak lieten inflatiecijfers uit de eurozone vandaag op jaarbasis een stijging van het prijspeil zien met 0,4 procent in september na een inflatie van 0,2 procent een maand eerder. De werkloosheid in de eurozone bleef in augustus net als in de voorgaande maanden staan op 10,1 procent. Ook inflatiecijfers uit Frankrijk en Italië passeerden gedurende de ochtendhandel.
Olie noteerde vrijdag rond het slot verdeeld. Een november-future West Texas Intermediate steeg 0,4 procent op 48,02 dollar, terwijl een november-future Brent 0,4 procent goedkoper werd op 49,04 dollar.
De euro/dollar noteerde op 1,1238. Bij aanvang van de handelsdag in Europa bewoog het muntpaar nog op 1,1214 en bij het sluiten van de Amerikaanse beurzen op donderdag stond er een stand van 1,1219 op de borden.