30 september 2016 - (ABM FN-Dow Jones) De Amsterdamse beurs was deze week eens niet in de ban van de centrale banken. Het was bankennieuws dat de stemming op de markten bepaalde. Uiteindelijk leverde de AEX op weekbasis 0,5 procent in bij een slotstand van 454,48 punten op vrijdag.
De week begon met het eerste Amerikaanse presidentsdebat op maandag. Voor de markt was vooral van belang hoe Donald Trump voor de dag zou komen. Voor de financiële markten wordt de Republikeinse kandidaat in het algemeen gezien als slechte optie om president te worden. Dinsdag zou blijken dat de financiële markten in elk geval Democraat Hillary Clinton aanwezen als winnaar van het eerste debat, gezien bijvoorbeeld de stijging van de Mexicaanse peso.
Deutsche Bank stond maandag direct onder druk. Het aandeel zakte naar een dieptepunt op berichten dat de Duitse bondskanselier Angela Merkel staatssteun voor de Duitse grootbank uit zou sluiten, wanneer het in Amerika een miljardenboete zou krijgen voor de handel in dubieuze hypotheken. Marktanalist Jasper Lawler van CMC Markets wees erop dat de Duitse bank één van de slechtste kapitaalposities bezit van alle systeembanken in Europa en dat beleggers vrezen voor een Europese Lehman Brothers.
De zorgen rondom Deutsche Bank hielden eigenlijk de hele week aan met de apotheose op donderdagavond toen er berichten de markt inkwamen dat een aantal hedgefondsen dat derivatentransacties afhandelt via de Duitse grootbank overtollige contanten daar zouden hebben weggehaald en het uitstaande tegenpartijrisico hebben verminderd. Dit leidde tot een koersval van meer dan 7 procent in Amerika. CEO John Cryan probeerde de gemoederen vrijdag te sussen door in een brief aan werknemers aan te geven dat de recente mediaspeculatie "onterecht onrust veroorzaakt".
Vrijdag voor het slot van de handel in Europa werd daarentegen bekend dat de Amerikaanse boete mogelijk veel lager uitvalt dan gevreesd. "De aandelen vonden echter de weg omhoog, na berichten dat het Amerikaanse ministerie van Justitie Deutsche Bank dit weekend een boete zal geven van 5,4 miljard dollar", fors minder dan het aanvankelijke bedrag van 14 miljard dollar, aldus marktanalist Lawler van CMC Markets.
Olie beleefde een sterke maar volatiele week waarbij alles draaide om de informele vergadering van de OPEC op woensdag. Vooraf had de markt er weinig vertrouwen in dat kemphanen Saoedi-Arabië en Iran mee zouden doen aan een akkoord over een productiebevriezing, maar uiteindelijk wisten de leden van het oliekartel een consensus te bereiken over een productie inperking, hoewel het hier een akkoord op hoofdlijnen betrof en de details pas tijdens de vergadering van de OPEC in november worden besproken. Dat gegeven leek de markt in eerste instantie niet te deren en woensdagavond steeg de olieprijs met meer dan 5 procent. Op weekbasis werd olie vervolgens ook duurder, hoewel er wel degelijk ook kritiek was op de OPEC deal. Het was vooral de vraag hoeveel verschil de minimale productie afname maakt die het kartel af zou willen spreken in het kader van het forse wereldwijde overaanbod.
Lawler was ook kritisch over de deal. "Het verlagen van de output met 700.000 vaten per dag is leuk en aardig maar hoe gaat dit verdeeld worden tussen de producerende landen?", vroeg de marktanalist zich af, toevoegend dat dit wel eens het heikele punt kan zijn waarop de deal alsnog mis loopt.
