12 september 2016 - (ABM FN-Dow Jones) De Europese beurzen zijn maandag flink lager gesloten, maar de verliezen bleven dankzij een positief gemutst Wall Street uiteindelijk relatief beperkt.
De breed samengestelde STOXX Europe 600 index daalde 1,0 procent op 342,23 punten, de Duitse DAX presenteerde een verlies van 1,3 procent op 10.431,77 punten en voor de Franse CAC 40 resteerde een min van 1,2 procent op 4.439,80 punten. De Britse FTSE 100 noteerde 1,1 procent lager op 6.700,90 punten.
"Europese markten kelderden maandag, maar eindigden ver boven de bodem", stelde marktanalist Jasper Lawler van CMC Markets.
Commentaar van voorzitter Eric Rosengren van de Federal Reserve van Boston zorgde voor een negatieve stemming op de aandelenmarkten. De centraal bankier met stemrecht in het beleidsbepalende comité van de Fed noemde een verhoging van de rente door de Amerikaanse centrale bank gelet op de huidige omstandigheden goed te verdedigen. Tot nu toe werd Rosengren juist beschouwd als een voorstander van een ruim monetair beleid.
Dennis Lockhart van de Atlanta Fed stelde vandaag bovendien dat de centrale bank dichterbij een renteverhoging is gekomen. Later op de dag volgt nog een speech van bestuurslid Lael Brainard. "Beleggers hopen dat de dovish Brainard haar milde standpunt zal handhaven en de zorgen over de Fed-bijeenkomst zal verlichten", aldus Rebecca O’Keeffe van Interactive Investtor.
Op macro-economisch vlak verschenen geen noemenswaardige publicaties, maar de aandacht onder beleggers zal dinsdag uitgaan naar inflatiedata van het Verenigd Koninkrijk over augustus, voorafgaand aan het rentebesluit van de Bank of England komende donderdag. De verwachting is dat er geen wijzigingen worden doorgevoerd. De rente in het Verenigd Koninkrijk noteert momenteel op 0,25 procent. Dinsdag komt met de ZEW-index ook het Duitse vertrouwen van financieel analisten over september naar buiten.
Olie noteerde nipt hoger, ondanks dat landen die niet zijn aangesloten bij oliekartel OPEC meer produceerden dan voorzien. Een oktober-future West Texas Intermediate steeg 0,7 procent op 46,22 dollar, terwijl een november-future Brent 0,5 procent hoger bewoog op 48,27 dollar.
De euro/dollar noteerde op 1,1239. Bij aanvang van de handelsdag bewoog het muntpaar nog op 1,1259 en bij het sluiten van de Amerikaanse beurzen op vrijdag stond er een stand van 1,1223 op de borden.
