2 juni 2016 - De Amsterdamse beurs is donderdagochtend licht hoger gesloten, na een mat ontvangen rentebesluit van de ECB en een eveneens weinig verrassende uitkomst van een OPEC-bijeenkomst. ArcelorMittal trok de kar op het Damrak, nadat het woensdag nog de groter verliezer was.
De AEX-index sloot 0,2 procent hoger op 447,59 punten, de AMX steeg 0,6 procent en de AScX dikte met 0,7 procent aan.
"We maakten in de middag een zigzagbeweging maar kwamen onveranderd uit ten opzichte van de ochtend", zei portefeuillemanager Jacob Jurg van Trade Wind Capital.
Zowel het verhaal van Draghi bij het rentebesluit als de beslissing van de OPEC om de productie niet te verlagen waren bekend en zoals vooraf verwacht, zei Jurg.
De ochtendwinst van de AEX werd deels ingeleverd na het rentebesluit om kwart voor twee, toen de ECB zoals verwacht de rente ongewijzigd liet, evenals het inkoopprogramma voor obligaties.
Marktanalist Elwin de Groot van Rabobank noemde de reactie van de markt op de persconferentie van Mario Draghi "mat, bijna neutraal, wat ook een goede omschrijving van de persconferentie is."
Volgens de Groot is een neutrale reactie op een monetaire beleidsvergadering momenteel misschien het hoogst haalbare, omdat de laatste tijd alle stappen die een centrale bank zet, zoals onlangs de Bank of Japan, door de markt negatief uitgelegd. "Het is nooit goed, en dat zegt misschien ook wel iets over het onderliggende vertrouwen."
De beurs veerde iets op na de opening van Wall Street, nadat de Organisatie van olieproducerende landen, OPEC, bekendmaakte geen noodzaak te zien voor een productieplafond, nu de olieprijs weer tot een gezond niveau is gestegen.
De olieprijs daalde op het nieuws, tot 48,25 dollar voor een vat Brent-olie en 49,07 dollar voor een vat West Texas Intermediate. Uiteindelijk wisten de olieprijzen wel weer wat op te veren, na aardige Amerikaanse data over de voorraden.
Brent noteerde donderdag rond het sluiten van de beurs 0,3 procent hoger op 49,87 dollar en West Texas Intermediate was ongewijzigd op 49,00 dollar.
Jurg merkte op dat cijfers over de Amerikaanse arbeidsmarkt wijzen op verder herstel, wat weer de kans vergroot op een snellere renteverhoging door de Federal Reserve. "Die discussie gaat door maar dat was niet het verhaal van de dag", zei Jurg. Het sentiment in de markt werd woensdag gedrukt door de dalende Britse pond, op sombere polls over een mogelijke Brexit.
Op macro-economisch vlak werd verder bekend dat de Europese Centrale Bank zijn groei- en inflatieramingen voor dit jaar opwaarts heeft bijgesteld. President Mario Draghi rekent nu op 1,6 groei dit jaar, in plaats van 1,4 procent. Voor de komende twee jaar moet de groei op 1,7 procent uitkomen.
De inflatie wordt voor dit jaar op 0,2 procent geraamd, dankzij oplopende consumentenprijzen in de tweede helft van het jaar, in plaats van 0,1 procent. Dit moet oplopen naar 1,3 en 1,6 procent in de twee jaren daarna.
"Dit zijn cijfers die niet echt wijzen op een robuust herstel", zei marktanalist Elwin de Groot van Rabobank. "Intussen moet Draghi wel kunnen zeggen dat zijn beleid effectief is."
De ECB heeft wel zijn ramingen aangepast, zodat ze niet langer de effecten van het stimulerende monetaire beleid incalculeren. Dit betekent dat de cijfers kunnen meevallen, als die stimulering toch inderdaad het gewenste effect heeft op de groei en inflatie.
De producentenprijzen in de eurozone daalden in april op het sterkste tempo sinds november 2009, met 4,4 procent op jaarbasis.
De euro noteerde 0,3 procent lager ten opzichte van de dollar op 1,116.