3 maart 2016 - Wall Street maakt zich op voor een klein openingsverlies. Circa een half uur voor de openingszoemer noteerden futures op de Dow Jones, S&P 500 en Nasdaq 0,1 procent in het rood.
Voorbeurs bleken de wekelijkse steunaanvragen met 6.000 gestegen naar 278.000. Daarnaast bleek de arbeidsproductiviteit in het vierde kwartaal minder sterk gedaald dan aanvankelijk voorzien. In plaats van een afname van 3,0 procent, daalde de productiviteit met 2,2 procent. De arbeidskosten lagen 3,3 procent hoger, waar eerder nog werd gerekend op 4,5 procent.
Later vanmiddag volgen nog de fabrieksorders. De meeste aandacht zal vermoedelijk uitgaan naar de inkoopmanagersindex voor de dienstensector.
In de eurozone groeide de dienstensector iets minder hard in februari. De Duitse en de Italiaanse dienstensector groeiden afgelopen maand iets harder, maar daarentegen nam het groeitempo in Spanje af en was er in Frankrijk weer sprake van krimp. Ook de Chinese en de Japanse dienstensector zagen de groei lager uitkomen.
Olie werd goedkoper. April-futures op een vat West Texas Intermediate daalden 0,6 procent naar 34,46 dollar, terwijl een vat Brent 0,6 procent daalde naar 36,70 dollar.
De euro/dollar handelde hoger op 1,0903.
Handelaar Sybren van der Hijden van Saxo Bank meent dat de markt al in afwachting is van morgen, als het officiële Amerikaanse banenrapport wordt gepresenteerd. Woensdag maakte loonstrookjesverwerker ADP al bekend dat er in februari 214.000 banen bijkwamen. Dat was flink meer dan de 193.000 in januari en de 185.000 banen waarop economen rekenden.