16 augustus 2013 - Volvo is stevig in gevecht met de CO2-grammetjes en aan de winnende hand. Door een drietal nieuwe viercilinders, waaronder twee benzines en één diesel, te presenteren voor de S60, V60, V70 en S80 weten de Zweden de aandacht van de zakelijke rijder opnieuw naar zich toe te trekken. Ook is er een nagelnieuwe 8-traps automaat.
De nieuwe DRIVE-E-viercilinders hebben allen een totale cilinderinhoud van 2.0 liter en zullen in het najaar van 2013 worden gelanceerd. Laten volgen er nog meer varianten. De motoren die vanaf de IAA te bestellen zijn en daar ook officieel gepresenteerd zullen worden variëren in vermogen van 120 tot 230 pk bij de diesels en bij de benzinemotoren is dit 140 tot meer dan 300 pk.
Nieuwe D4 met 20%
Meest interessant voor de zakelijke rijder is de nieuwe D4-dieselmotor. Die levert mede door de nieuwe zogeheten i-Art-technologie en de toepassing van twee turbo’s een riant vermogen van 181 pk en 400 Nm. Desondanks is hij toch voldoende schoon om in aanmerking te komen voor 20% bijtelling. Ook in 2014. Deze lagere bijtelling geldt wanneer de combinatie wordt opgezocht met de S60 en V60 en ongeacht de transmissie (handbak of nieuwe 8-traps automaat). Bij de V70 en S80 geldt dit alleen voor de versies met handbak.
Turbo én compressor
Grootste nieuws bij de nieuwe benzinekrachtbronnen is dat er gebruik gemaakt wordt van zowel een turbo als een compressor. Deze twee verschillende drukvullers werken nauw samen zodat de krachtopbouw volgens Volvo uiterst vloeiend verloopt en het vermogensspectrum zeer breed is. Zodoende is er bij vrijwel alle toerentallen voldoende trekkracht voor handen.
Tot de nieuwe benzinemotoren behoren de T5 en de T6, respectievelijk goed voor een forse 245 en 306 pk. De eerste wordt in eerste instantie gelepeld in alle eerder genoemde Volvo’s, terwijl de nieuwe T6 enkel toebedeeld is aan de 60-serie (inclusief de XC60). De transmissiekeuze bestaat opnieuw uit een manuele 6-bak of de nieuwe 8-traps automaat.
Klaar voor hybride
Tot slot laat Volvo nog weten dat de DRIVE-E-motoren vanaf de ontwikkeling voorbereid zijn op de (toekomstige) toepassing van elektrische assistentiesystemen. Belangrijke onderdelen - zoals de Integrated Starter Generator - kunnen eenvoudig worden aangesloten. Ook door de compacte afmetingen van de viercilinders is het vrij gemakkelijk een elektromotor toe te voegen. Dat kan bovendien zowel in de voor- als de achterzijde van de auto. Het accupakket wordt daarbij in het midden van de auto gemonteerd.