Als een spreker in elke zin ‘eh’ zegt, kan dat enorm afleiden en als storend worden ervaren. Veel mensen oefenen zich erin om tijdens het spreken zo min mogelijk te aarzelen of ‘eh’ te gebruiken. Iemand die zonder onderbrekingen spreekt, komt veelal zelfverzekerder en vastberadener over. Toch heeft iemand die ‘eh’ zegt zeker geen spraakgebrek. Het heeft zelfs een aantal belangrijke functies bij de regulatie van een gesprek.
"Voor de organisatie waar ik werkzaam ben dien ik een meerjarig contract op te stellen met een klant. In dit contract moet worden vermeld dat de komende drie jaar alle brandweeroefeningen via onze organisatie zullen verlopen. Hoe noem ik een dergelijk contract? En wat moet er opgenomen worden in een meerjarig contract?"
Als manager van het middenkader zit u soms in een vervelende tussenpositie. De directie bedenkt iets en als middelmanager moet u ervoor zorgen dat het tot stand gebracht wordt. Wanneer de plannen met succes worden uitgevoerd, krijgen de bedenkers en de uitvoerders daarvan alle eer. Maar als het fout gaat, ligt het al snel aan de interventies van de middelmanager. Er zijn ook momenten dat een middelmanager zich het doorgeefluik van slecht nieuws voelt. Middelmanagers beklagen zich vaak – vooral bij hun partner – over deze positie. Hoe gaat u hiermee om?
"In mijn organisatie beginnen wij binnenkort met het voeren van persoonlijke ontwikkelingsgesprekken. Deze gesprekken gaan over het functioneren van de medewerker, zijn toekomst maar ook over het werk zelf. Hoe voer ik zo'n gesprek en zijn er checklists of instrumenten om na te gaan wat mijn stijl hierin is? Ik weet dat er curussen zijn op dit gebied, maar liever heb ik een korte, praktische handleiding."
"Ik ben een personeelsfunctionarsi van 26 jaar oud, met 6 jaar werkervaring op een zeer breed terrein van P&O, bij diverse internationale organisaties. Nu wil ik en carrièrestap maken, bijvoorbeeld naar HR-manager of senior consultant. Ik ben tot nu toe bij elk bedrijf waar ik gesolliciteerd heb uitgenodigd. Helaas krijg ik telkens te horen dat ik niet senior genoeg ben voor deze functies. Als ik solliciteer op functies op hetzelfde niveau als nu krijg ik horen dat ik te 'zwaar' ben voor een dergelijke functie? Wat moet ik doen? Voor mezelf beginnen misschien?"
Hoe staan u en uw relaties ten opzichte van elkaar? Als u de vraag letterlijk neemt en puur kijkt hoe u fysiek ten opzichte van elkaar staat of zit, vertelt dat ook veel over uw onderlinge verhoudingen op dat moment. Staat u bijvoorbeeld rechtlijnig tegenover elkaar of aan dezelfde kant?De lichaamspositie is een weinig besproken aspect van de lichaamstaal. Met een verandering in fysieke positie kunt u grote communicatieve effecten teweeg brengen.
"Wij hebben een systeem opgezet van functionerings- en beoordelingsgesprekken. De systematiek is duidelijk, wat mij als directeur nog niet helemaal duidelijk is: wat zijn de juridisch aspecten betreffende het voeren en de verslaglegging rond functionering- en beoordelingsgesprekken? Zijn er bepaalde rechten en verplichtingen waar ik rekening mee moet houden?"
U nodigt een zakenpartner uit voor een onderhandeling over een bepaalde kwestie. U heeft slecht nieuws voor een medewerker. U voert een selectiegesprek. U geeft een negatieve beoordeling. U zit bijeen om instructies te geven. Kiest u bij al deze tweegesprekken dezelfde plek aan tafel of maakt dat verschil? Met een verandering in fysieke positie kunt u grote communicatieve effecten teweeg brengen.
"Ik begin binnekort als operation manager in een bedrijf dat een moeilijke tijd achter de rug heeft (bijna faillissement). Men heeft een ander bedrijf over genomen en de produktie verplaatst zonder het personeel mee te nemen. De verkoop afdeling is achtergebleven en niet verplaatst. De know how zit juist bij die verkoopafdeling. Over en weer is er echter veel wantrouwen. Hoe kan ik dit aanpakken en de productie weer vlottrekken, zodat werknemers en toeleveranciers weer vertrouwen krijgen en niet weglopen?"
Deze week las ik op Managersonline.nl de uitkomst van een onderzoek onder 1400 directeuren en managers. Daaruit blijkt dat het droevig is gesteld met de leiderschapskwaliteiten van deze beroepsgroep. Een van de belangrijkste kenmerken van een goede leider is het vermogen anderen te motiveren en te overtuigen. Waarom mislukt dat zo vaak?
"In mijn bedrijf heb ik te maken met een zeer dwarsliggend kaderlid die ons als directie naar mijn mening een "mes"op de keel zet door continu te dreigen met vertrek met als risico dat hij een half team meeneemt (5 personen). Er zijn al verschillende gesprekken gevoerd maar de wrevel blijft. Over 14 dagen begint een nieuw groot project. Is het beter nu te breken of af te wachten?"
Er is tegenwoordig een verscheidenheid aan manieren om boodschappen te zenden en te ontvangen met behulp van computer, mobiele telefoon en internet. Uiteindelijk zijn deze middelen bedoeld om de efficiëntie en kwaliteit van het intermenselijke contact te verbeteren. Maar dragen ze daar altijd evengoed aan bij? Zo maakt de mobiele telefoon ons beter bereikbaar, maar dit kan verstorend werken tijdens persoonlijke contactmomenten.
"Op ons administratiekantoor vindt veel van het klantcontact per email plaats. Onlangs bleek dat een collega die uit dienst ging, veel privé gebruikt heeft gemaakt van email (en dus op dat moment geen bijdrage voor het werk heeft geleverd). Momenteel vindt er door het afdelingshoofd geen controle plaats op in- en uitgaande email. Hoe kan in onze organisatie dit bespreekbaar gemaakt worden zonder dat er een sfeer van achterdocht ontstaat? Het idee is om bijvoorbeeld van elke collega eens een week lang het emailverkeer te controleren. Wat is hierin aan te bevelen en wat mag wel/niet met het oog op de privacy van de werknemers?"
Mensen aansturen en helpen is niet altijd eenvoudig. Dat komt omdat een medewerker niet altijd dezelfde doelen heeft als de leidinggevende. U wilt misschien dat een medewerker zijn gedrag verandert, maar de medewerker heeft daar helemaal geen zin in. Herkenbaar? Coert Visser en Gwenda Schlundt Bodien introduceren een model waarmee dat probleem tot de verleden tijd gaat behoren: het doelencontinuüm.
