Geniet u ook zo van de Olympische Spelen? Dagelijks zien we nu de beelden van de sporters die strijden om een Olympische medaille. We zien tranen van geluk, maar ook van verdriet. Na jarenlange training hebben de sporters maar één doel: laten zien aan de wereld dat ze de beste van de besten zijn. Het verschil is meestal een kwestie van seconden. En als het niet lukt, voelt het als een nederlaag. Olympische sporters zijn vaak niet blij met zilver, terwijl je toch zou denken dat het een grote prestatie is om de tweede van de wereld te zijn. Het voelt echter als falen omdat zilver betekent dat ze hun gouden plek op het ereschavot nét aan een ander hebben moeten afstaan.
Blijer met brons dan met zilver
Uit Amerikaans onderzoek naar het geluksgevoel van Olympische sporters blijkt zelfs dat de winnaars van een zilveren medaille gemiddeld minder blij zijn met hun succes dan de winnaars van een bronzen medaille. Op zich is dat wel logisch te verklaren. We meten onze successen immers door te vergelijken. Zoals gezegd kijken de zilveren medaillewinnaars naar de plek die ze hebben misgelopen. Bronzen medaillewinnaars, daarentegen, zijn blij dat ze überhaupt nog een medaille hebben kunnen scoren. Ik kan me ook voorstellen dat een sporter die vierde wordt, daar gefrustreerder over is dan de persoon die zesde of zevende is. Het voelt dan immers ook aan alsof je nét hebt misgegrepen.