De zomervakantie is weer voorbij en het werken is weer begonnen. U wordt aangeschoten door een collega, die zegt: ‘En, hoe was je vakantie? Heb je plezier gehad? Heb je ervan genoten? Jammer dat je nu weer moet beginnen hè? Nou, maak je borst maar nat. We hebben het hier stervensdruk gehad. Er ligt een behoorlijke workload, dus je kunt er flink tegenaan.’ U denkt daar even over na. Het is eigenlijk bijzonder dat onze beleving van vrije tijd en werk wordt gezien als twee uitersten. Vakantie zien we als iets leuks en ontspannens, waar je vooral van mag genieten. Maar als het gaat om werk, wordt deze associatie minder gemaakt. Nee, dat wordt eerder gezien als noodzakelijk, serieus, saai en soms stressvol. Kan dat niet anders? U bent meer op uw werk dan op vakantie.
Werkplezier of succes?
U denkt terug aan de tijd dat u solliciteerde. U was op zoek naar een baan die u gelukkig zou maken. U was blij dat u de baan kreeg en keek uit naar een plezierige tijd. U genoot van het vooruitzicht op de variatie en de uitdagingen die het werk zou gaan bieden. Dit was uw idee over werkplezier. Zijn die verwachtingen uitgekomen? Hebt u (nog) plezier in uw werk? En dan bedoel ik niet dat u tevreden bent met uw baan, maar dat u er écht plezier in hebt. Dat u er na een paar vrije dagen niet op kunt wachten om weer aan de slag te gaan en zult genieten van de hoogtepunten die het werk biedt. Het zou mooi zijn als we zo naar ons werk zouden kunnen kijken. Toch doen we dat maar zelden zo. Plezier is niet het eerste woord waar we aan denken als we het hebben over werk. We wensen iemand die op vakantie gaat veel plezier. Gaat hij werken, dan wensen we hem veel succes. Blijkbaar richten we ons bij zo’n wens al op prestatie en resultaat in plaats van op genoegen.