Het staat vaak in de profielschets van managers: een relativerende werkhouding. Dit betekent dat u de problemen in uw werk op een veerkrachtige manier kunt benaderen. U bent enthousiast en betrokken en streeft naar de beste resultaten. U hebt vertrouwen in uw mensen en geeft ze alle ruimte. Maar tegelijkertijd verstaat u ook de kunst om dingen los te laten als het tegen zit. U raakt niet ontmoedigd als het anders uitpakt dan u had gehoopt. U doet wat u kunt, maar laat u niet frustreren door tegenslag. Het lukt u de draad snel weer op te pakken. Deze instelling beschrijf ik uitgebreid in mijn nieuwe boek met de titel: Doe niet zo moeilijk, de kunst van het relativeren.
U gaat met plezier naar uw werk, werkt prettig samen met uw collega’s en behaalt regelmatig successen. Daar ga ik tenminste van uit. Ik ga er ook van uit dat u niet elke dag loopt te juichen en dat het niet altijd zo voorspoedig verloopt. Er komt vaak flink wat stress bij kijken om de neuzen dezelfde kant op te laten wijzen en schijnbaar simpele doelen te behalen. De communicatie verloopt niet altijd soepel: er is onbegrip, frustratie en opwinding. Uw adviezen worden in de wind geslagen, u krijgt kritiek op uw beslissingen. Medewerkers strijden om hun belangen en hun gelijk. De sfeer is soms om te snijden. De offertes waar u uw zinnen op had gezet worden afgewezen en hoopvolle projecten mislukken. Af en toe zit u er helemaal doorheen en hebt u het idee er alleen voor te staan.