Het beroep van manager staat onder druk. De laatste jaren zijn organisaties steeds platter geworden. Diverse bestuurslagen zijn wegbezuinigd. Tussen 2010 en 2017 zijn er in totaal 125.000 managers verdwenen. De gedachte erachter is begrijpelijk. Managers zijn relatief duur. Door de toenemende digitale communicatie zijn groepen medewerkers gemakkelijk centraal aan te sturen. Controle op werkzaamheden heeft ook een andere invulling gekregen omdat steeds meer medewerkers vanuit huis werken. Hebben we in deze tijd nog wel een ‘baas’ nodig? Er gaan geluiden op om het beroep van manager geheel af te schaffen of er tenminste een totaal andere invulling aan te geven. Bent u de laatste manager? Of lukt het u om u als manager onmisbaar te maken?
Een stukje geschiedenis
Het beroep van manager kent een interessante geschiedenis die volgens sommigen teruggaat tot de tijd van de Sumeriërs, zo’n 5000 jaar v. Chr. Meer prominent is de invoering van het begrip ‘Scientific Management’ tijdens de industriële revolutie. Met de komst van de fabrieken werd het belangrijk geacht dat arbeiders streng werden aangestuurd en gecontroleerd. Er werd een strikte scheiding aangebracht tussen beslissen (door de top), denken (door de staf/middelmanagers), controle (door lagere managers) en doen (door de arbeiders). Management was gericht op het besparen van tijd en kosten, het geven van werkinstructies en het controleren van de kwaliteit van het werk. Daarbij werd aangenomen dat arbeiders vooral excentriek gemotiveerd werden. Er werd van uitgegaan dat arbeiders van nature lui en onwillend zijn. Mensen werken voor het geld en niet omdat ze het leuk vinden, was de gedachte. Er werd dan ook niet veel ondernomen om het werk inspirerend te maken. Het productieproces werd opgeknipt in overzichtelijke delen die konden worden uitgevoerd door ‘specialisten’ om zoveel mogelijk efficiency-voordeel te behalen.