De meeste mensen hebben een hekel aan wachten, dat geldt zeker als dat wachten zinloos lijkt. We zijn verwend met steeds snellere computers, maar te vaak ergeren we onszelf nog steeds aan langzaam opstartende programma’s en trage internetverbindingen. U wilt het liefst meteen aan het werk, maar dit wordt verhinderd door een apparaat dat tijd vraagt. Veel is daar niet altijd aan te doen, dus legt u zich er maar bij neer en haalt nog een kopje koffie terwijl uw apparaat ratelend op gang komt. Maar het zijn niet alleen computers die ons laten wachten. Mensen zijn er ook goed in en soms lijkt het moeten wachten dan nog zinlozer. Kunnen die anderen niet beter plannen of op z’n minst opschieten, denkt u misschien. Maar hoe zit het met uzelf? Laat u anderen wachten? En als u dat van uzelf herkent, is dat dan altijd verkeerd of brengt dat soms ook voordelen met zich mee?
Uren in de wachtkamer
Dit kent u waarschijnlijk wel. U hebt een afspraak bij een specialist in het ziekenhuis. En hoewel u die afspraak in principe op een vast tijdstip hebt staan, kunt u er bij voorbaat al van uitgaan dat u moet wachten. Mogelijk duurt het consult zelf maar vijf tot tien minuten, maar toch kunt u er maar beter een dagdeel voor uittrekken. Als u binnenkomt, merkt u inderdaad dat de dokter aardig achter loopt op zijn schema. De wachtkamer zit vol mensen die verstoord in een tijdschrift staren om de tijd te doden. U vraagt zich af waarom er eigenlijk nog een tijdstip genoemd wordt op uw afsprakenkaartje.