Mijn ouders hadden een kapsalon waar ik als kind regelmatig rondliep. Ik kan mij nog herinneren dat mijn vader regelmatig de etalage vernieuwde. De artikelen werden opnieuw gerangschikt, de wanden kregen een ander kleur en er werden actuele details toegevoegd. Rond Sinterklaas waren er zeker Zwarte Pietjes te zien, met Carnaval hingen er serpentines en tijdens de verkiezingen hingen er als decoratie pamfletten van de verschillende partijen. Mijn vader zorgde ervoor dat dan alle partijen vertegenwoordigd waren, want hij wilde geen kleur bekennen waardoor er misschien klanten vanwege hun politieke voorkeur weg zouden blijven.
Trots op de buitenkant
Mijn vader was er altijd trots op dat de buitenkant er weer prachtig uitzag. Ik weet niet of er daardoor meer mensen hun haar lieten doen, maar voor hem had het verschillende functies. Met de veranderde etalage ging hij mee in de trends van het winkelcentrum waar de kapsalon deel van uitmaakte. Omdat elke winkelier de etalage actualiseerde, creëerden ze iets gezamenlijks en sfeerbepalends. Tegelijkertijd bood het hem genoeg vrijheid om zich te kunnen onderscheiden van de anderen en daarmee juist op te vallen. Zo won hij nog wel eens een etalagewedstrijd. Tenslotte bood de etalage legitimatie voor tijdsgebonden aanbiedingen van producten. Zo kon hij met Sinterklaas korting op haarlak geven en met Kerst op shampoo, zonder iets uit te hoeven leggen over deze tijdelijke aard. Dit waren praktische overwegingen, maar mijn vader vond het, denk ik, vooral ook heel leuk om van de buitenkant iets moois te maken. Hij kon er zijn creativiteit in kwijt en hij genoot van de complimenten die hij ontving.