Vorige week werd ik gebeld door een journaliste van KRO Magazine met een vraag naar aanleiding van het KRO-programma Spoorloos, waarin mensen op zoek gaan naar bloedverwanten. Veel adoptiekinderen die Spoorloos om hulp vragen, komen uit verre landen als Costa Rica, Sri Lanka, Indonesie, de Filippijnen etc. Als ze hun ouders ter plekke in de armen kunnen sluiten, lijkt er geen sprake te zijn van een taalbarrière ondanks het feit dat de een Nederlands praat en de ander een heel andere taal. Een van de kandidaten van Spoorloos zei zelfs gewoon in haar eigen taal te skypen met familie, en dat men elkaar toch heel goed begreep. Wat voor rol speelt lichaamstaal bij het overbrengen van liefde, vroeg de journaliste.
Elkaar goed kunnen begrijpen
Deze vraag, hoe het mogelijk is dat mensen die elkaars taal niet spreken elkaar toch zo goed kunnen begrijpen, riep bij mij meteen een andere vraag op. Hoe is het mogelijk dat mensen die dezelfde taal spreken elkaar soms zo slecht kunnen begrijpen. Deze vragen liggen in elkaars verlengde. Bij het antwoord op beide vragen gaat het vooral om wederzijdse belangstelling, zich openstellen voor elkaar en er alle moeite voor doen om elkaar te verstaan.