We zitten een crisistijd, dat is geen nieuws. Wat ik in 2008 schreef over de crisis is vandaag nog even actueel. Het is nog steeds slecht gesteld met de financiële situatie in Europa en in Nederland. Al meer dan zes jaar leven we in een economisch zware tijd. Dat is toch bijzonder te noemen. Op Wikipedia wordt het woord crisis gedefinieerd als: ‘een zware noodsituatie waarbij het functioneren van een stelsel ernstig verstoord raakt.’ Maar hoe lang kunnen we blijven spreken van een zware noodsituatie? Is deze ‘kwaal’ nog acuut of is die al chronisch?
Acuut of chronish?
Deze vraag bepaalt hoe we ermee omgaan. In een acute crisissituatie is er vaak paniek. We handelen dan impulsief en misschien ondoordacht om de situatie te keren. Maar in ieder geval doen we dan nog iets vanuit een zeker vertrouwen dat het wel goed komt. Maar zodra de situatie chronisch begint te worden, laten we de moed zakken. Dit is het moment dat we ons gedrag laten bepalen door aangeleerde hulpeloosheid. We hebben dan niet alleen weinig vertrouwen in elkaar, maar ook in onszelf. We hebben het gevoel dat we de controle kwijt zijn en dat we zelf niets kunnen doen om het te veranderen. We leggen oorzaak en gevolg buiten onszelf. Het enige dat we dan nog doen is klagen: we klagen over de regering, we klagen over europa en over de euro. We klagen over de crisis en we klagen over het klagen.