Als er gesproken wordt over leiderschapsstijl staat meestal de vraag centraal hoe u als manager beslissingen neemt. Neemt u uw beslissingen in uw eentje, of betrekt u uw medewerkers daarbij? Er zijn tijden geweest dat dit helemaal geen vraagstuk was. Het was gewoon de manager/leidinggevende die alle beslissingen nam en het personeel voerde slechts uit. Volgens Frederick Taylor de werktuigbouwkundige ingenieur die het scientific management initieerde, was het effectief om medewerkers alle keuzevrijheid en controle over hun werk te ontnemen. Later kwam men tot het inzicht dat medewerkers beter presteerden als zij meer betrokken werden in de besluitvorming van hun werk. Dit vergrootte hun intrinsieke motivatie. Managers konden beter een meer democratische in plaats van een autocratische leiderschapsstijl ontwikkelen. De instelling veranderde van taakgericht naar mensgericht.
De mens centraal
De mensgerichte benadering nam soms extreme vormen aan. Zo beschreef Robert Greenleaf het concept van het dienend leiderschap. Het belangrijkste doel van een dienende leider was het helpen van anderen vanuit een houding van onderdanigheid. Dit betekende een omslag van totale controle over medewerkers naar een houding van individuele aandacht, aanmoediging en begrip. De belangrijkste taak van de manager was luisteren en ondersteunen.