Afgelopen woensdag 8 februari meldde Voorzitter Wiebe Wieling van Koninklijke Vereniging De Friesche Elf Steden aan de pers dat de Elfstedentocht op dit moment niet gereden kan worden. Een golf van teleurstelling overstroomde Nederland: we hadden er zo op gerekend! De Elfstedentocht gaat niet door! De boodschap kwam hard aan voor de mensen die waren ingeloot en zich hadden verzekerd van een deelnamebewijs aan de tocht. Maar wellicht was het nog het meest pijnlijk voor de vrijwilligers die dagenlang bezig waren geweest met het sneeuwvrij maken van het ijs. Dit alles leek nu een zinloze bezigheid te zijn geweest.
Hoewel de inspanningen van de vrijwilligers niet veel hebben bijgedragen aan het gehoopte resultaat, verdienden hun inspanning en het vertrouwen een compliment van de voorzitter. Maar uit andere hoek kwam er ook kritiek: ‘hadden de Friezen niet eerder kunnen beginnen met het vrijmaken van het schaatstraject, zodat de tocht wellicht toch had kunnen worden gereden?’ Iedereen verwerkt zijn teleurstelling blijkbaar op zijn eigen manier.
Verdriet of teleurstelling?
Eerder scheef ik op deze site verschillende artikelen over de basisemoties van managers: vreugde, verdriet, angst, boosheid, verrassing, afschuw en minachting. Kenmerkend voor deze basisemoties is dat ze universeel herkenbaar zijn aan de gezichtsuitdrukking van de persoon die ze beleeft, zonder dat u iets over de oorzaak van die emotie hoeft te weten.