Tijdens het functioneringsgesprek van een van uw medewerkers sprak u hem aan op zijn slechte prestaties. U merkte op dat de medewerker zich de laatste tijd minder goed inzette voor het werk. U wilde niet zeggen dat hij de kantjes eraf liep, maar dat was wel het gevoel dat u bij hem had. Zo ontdekte u bijvoorbeeld dat de medewerker vaak bezig was op sociale media websites als u zijn kamer binnenkwam. Hij klikte die sites steeds weg als hij u zag. Daarmee leek het alsof hij iets stiekems voor u verborg. Hoe dan ook, zijn aandacht voor privézaken ging duidelijk ten koste van zijn werk, wat bleek uit zijn matige productiecijfers. Graag wilde u zijn mening hierover horen en met hem kijken hoe het weer beter kon gaan.
Actief op sociale media websites
Toen u de medewerker aansprak op zijn internetgedrag gaf hij toe dat hij wel eens op LinkedIn of op Facebook gekeken had omdat hij dan een belangrijk bericht verwachtte. Hij ontkende echter de frequentie waarmee dat plaatsvond. Daarbij merkte hij op dat zijn activiteiten op internet naar zijn idee geen invloed hadden op zijn werk. Sinds de kredietcrisis had hij gewoon minder opdrachten binnengekregen. De tijd die hij daardoor overhad, benutte hij vooral met acquisitie. Hij vertelde verschillende pogingen te hebben ondernomen om met klanten tot afspraken te komen, maar dat die pogingen vooralsnog niets hadden opgeleverd.