De kredietcrisis is officieel voorbij, maar heeft nog steeds zijn weerslag op het bedrijfsleven. Er moet overal flink bezuinigd worden. Dat betekent dat managers vaak onplezierige keuzes moeten maken. Functies worden opgeheven en medewerkers moeten worden ontslagen, soms in grote getalen. Tekorten worden niet opgevuld, waardoor de medewerkers die overblijven een grote werkdruk ervaren. De mooiste plannen moeten van de baan omdat daar geen geld meer voor is. Er wordt veel gemopperd over de maatregelen die worden genomen. Dit alles maakt uw werk niet prettiger. Toch moet u toegeven dat er wel iets gedaan moet worden om het bedrijf levensvatbaar te houden. Dit plaatst u als manager in een vervelende tussenpositie. Kunt u afstand nemen van de problemen die zich voordoen of bijt u zich erin vast?
Als manager wordt u overvoerd met vragen van medewerkers over hun (on)zekerheden en anderzijds met voorstellen vanuit de directie van uw organisatie om soms nog meer te bezuinigen. U staat dan voor ongelukkige keuzes. Elke gedachte over bezuinigen gaat ten koste van gunstige arbeidsomstandigheden, de werkdruk en de kwaliteit van het werk. Maar er tegenin gaan biedt gezien de financiële situatie ook geen uitkomst. Tenslotte moet het bedrijf levensvatbaar blijven, anders is er voor niemand in de organisatie nog een toekomst.