Afgelopen weekend vroeg mijn vrouw me of ik zin had om een wandeling in het bos te maken. ‘Zin wel’, antwoordde ik, ‘maar ik moet vandaag een artikel voor Managersonline.nl schrijven’. Ik gebruikte het woord moeten zonder daar al te diepzinnig over na te denken. Moeten wijst op een zekere verplichting. En natuurlijk heb ik die ook. De afgelopen zeven jaar heb ik trouw elke twee weken een artikel aangeleverd. De hoofdredacteur van deze site zou onthand zijn als mijn artikel wegbleef zonder dat ik hem daarvan vooraf op de hoogte zou stellen. Anderzijds zou het vreemd zijn als moeten, mijn enige motivatie was voor het schrijven van artikelen. Ik schrijf toch immers artikelen omdat ik een boodschap heb, en niet omdat het moet? Welke dingen doet u, alleen omdat het moet? Wat verplicht u uw medewerkers?
Dat moet je niet zeggen…
Sommige mensen zijn allergisch voor het woord moeten. Ze voelen zich onder druk gezet als iemand dat woord naar hen uitspreekt. Ze hebben er het gevoel bij dat iemand anders hen verplicht tot het doen van iets waar ze misschien geen zin in hebben. Als een ander hen adviseert met de woorden: ‘je moet zus of je moet zo’, schieten ze meteen in het verweer: ‘Ik moet helemaal niets!’. Het moeten zou afbreuk doen aan elke zelfstandigheid, eigen verantwoordelijkheid, initiatief en creativiteit. Als anderen ons gaan vertellen wat we allemaal moeten, wordt dat ook vaak betiteld als onsmakelijke bemoeizucht. Zo vertelde André Rouvoet de Nederlanders dat we vanuit de economisch oogpunt meer kinderen moeten krijgen.