In veel opleidingen voor managers en verkopers wordt uitgelegd hoe ze tijdens hun presentaties optimaal gebruik kunnen maken van gebaren. Er wordt vooral verondersteld dat het goed is om veel met open handen te praten. Ook zou het goed zijn om zoveel mogelijk met uw handen te praten om levendig over te komen. Over het effect van gebaren valt veel te zeggen. Toch heb ik in mijn artikelen op managersonline.nl nog nauwelijks aandacht besteed aan deze vorm van communiceren. Gebaren kunnen behulpzaam zijn tijdens uw contacten, maar niettemin dient u ze voorzichtig en doordacht te gebruiken.
Praten met open handen
Managers en verkopers worden vaak getraind in het praten met hun handen. Er wordt dan gesproken over het effect van de hoeveelheid en grootte van de gebaren die zij tijdens hun presentatie maken. Ook de stand van hun handen bij het gebaren krijgt daarbij speciale aandacht. Meestal wordt geadviseerd om tijdens een presentatie veel te spreken met opgerichte open handpalmen. Gebaren met open handpalmen duiden immers op eerlijkheid, onschuld, openheid of gastvrijheid. U kunt dit soort gebaren dus niet vaak genoeg maken is het idee. In sommige gevallen is het zeker goed om open gebaren te maken.
Stelt u zich maar eens voor dat u aan een klant vraagt om plaats te nemen, met de woorden: ‘Gaat u zitten’. Het maakt daarbij inderdaad groot verschil of u deze woorden begeleidt met een handgebaar met uw handpalm omhoog of juist met uw handpalm omlaag. In het eerste geval kan uw boodschap als een uitnodiging worden opgevat en in het tweede geval als een opdracht. Zou hetzelfde met een uitgestoken wijsvinger worden gezegd dan kan de klant het zelfs als een soort van bevel opvatten. Een prachtig staaltje appellerende lichaamstaal! Een automobilist die zojuist een verkeersongeval heeft veroorzaakt, haalt bij zijn verontschuldiging vaak spontaan zijn schouders op: ‘Ik wist het niet’ en steekt daarbij zijn beide handen vooruit: ‘Ik ben eerlijk’. Als hij van mening is dat de ander de schuldige is, zal hij dit soort gebaren niet maken. Hij bedient zich dan van gesloten gebaren: een vuist of een kort teken met de handpalm naar beneden om aan te duiden dat de ander fout was.