Ik moet iets bekennen. Ik heb pas vorige week mijn eerste internetaankoop gedaan.
20 mei 2000 - Ik moet iets bekennen. Ik heb pas vorige week mijn eerste internetaankoop gedaan. Verleid door het gemak van bestellen kocht ik twee shirts. Eentje bij Yourshirt.nl en eentje bij Menswear.nl. Toevallig gevonden, deze sites, want ze adverteren niet echt veel. Het assortiment is goed en de prijs deed niet onder voor een reguliere zaak . Ook de betaling ging prima. Bij de een moest het met creditcard, bij de ander kon ik het onder rembours thuis laten bezorgen. Een paar dagen later zou het worden afgeleverd.
Branding Wat bepaalt eigenlijk het succes van een winkel op internet? Electronisch strategen hebben het graag over een drietal begripppen: bereik, kritische massa en databasemarketing. Met bereik wordt niets anders bedoeld dan een zo groot mogelijk publiek naar je site trekken en te laten terugkeren natuurlijk. Maar niemand gaat voor zijn lol dagelijks een webwinkel bekijken. Om bezoekers te blijven trekken, moet een webwinkel beschikken over een sterke merknaam. Ook op het net blijkt de waarde van een stevig merk groot. Primafoon is zonder al te veel promotie de best bezochte Nederlandse internetwinkel voor telecom-apparatuur. De Free Record Shop adverteert vrijwel niet op het web, maar verwelkomt wel duizenden bezoekers per dag.
Nieuwkomers hebben die luxe niet. De Europese boekenshop Bol.com ontbeert een sterke merknaam, met een vaste schare 'believers'. Niet voor niets adverteert Bol zich een ongeluk en zendt het zelfs al enkele maanden op prime time dure tv-commercials uit om bezoekers te trekken. Ook partnerships, het liefst met veelbezochte portals, moeten de positie van Bol.com versterken. Wie op Ilse sites over recepten zoekt, krijgt ook een rechtstreekse link naar kookboeken op Bol.com. Koopt de bezoekers iets, dan krijgt Ilse een percentage. En zo komt de Europese boekenverkoper uiteindelijk aan zijn kritische massa, oftewel voldoende bezoekers om te verleiden een aankoop te doen.
Gaat een klant eenmaal kopen, dan wordt het interessant. Want dan gaan de databases ratelen. Die houden nauwgezet de voorkeuren van de klant bij en stemmen het aanbod af op de persoonlijke voorkeuren van de klant. 1-to-1-marketing heet dat. En dat levert natuurlijk een hoop vervolgaankopen, ook van andere producten, want wie de de behoeften van de klant kent, die wint. Dat is immers een oud marketingprincipe. Maar voor een website zijn databases kan laten werken, heeft die wel klanten nodig.
Latente behoefte? Een vraag kon geen enkele marketeer bij aanvang beantwoorden: zitten consumenten te wachten op internetwinkels? Dat kon ook niet, want als de behoefte al zou bestaan, dan was het een latente behoefte. Dankzij de internethype hoefden internetondernemers zich om die vraag gelukkig ook niet druk te maken. Financiers stonden de laatste jaren in de rij om dit soort initiatieven te helpen starten. Zonder betraande ogen werden tientallen miljoenen dollars risicokapitaal overgemaakt aan jonge bedrijfjes met eenvoudige businessplannen. Je mocht de boot immers niet missen.
Langzaam wordt echter duidelijk dat de marktpotentie is overschat en dat er maar plek is voor een paar grote shops op internet. Menig veelbelovende webwinkel, zoals CDNow heeft te kampen met liquiditeitsproblemen, oftewel een gebrek aan inkomsten. De wat kleinere lijken het te gaan afleggen. Nu Boo.com, een hip Engels electronisch warenhuis –overigens bepaald geen kleintje- faillisement heeft aangevraagd, zullen ongetwijfeld ook andere financiers hun schroom gemakkelijk overwinnen en de geldkraan dichtdraaien. De grote shake-out is begonnen.
Wat betreft mijn twee shirts: binnen twee dagen stond de postbode voor de deur met de bestellingen. Maar die trof mij niet thuis, zodat ik het een paar dagen later op moest halen op het postkantoor. Het postkantoor naast de herenmodezaak. Ik weet nog niet waar ik de volgende keer mijn shirts koop.