Mannelijke mantelzorgers vaker ondersteund dan vrouwelijke
14 november 2017 -
Ruim een miljoen Nederlanders die in loondienst zijn, zeggen zorg en arbeid te combineren. Vooral onder werkende 50-plussers is het aandeel mantelzorgers groot; een vierde zorgt naast het werk nog voor iemand.
Vooral mensen die in de gezondheidszorg werken, zijn vaker mantelzorger. Dit is opvallend gezien de steeds toenemende werkdruk in de gezondheidszorg. Toch wordt het feit dat een medewerker ook mantelzorger is vaak niet besproken: 38 procent van de werkenden zegt niets tegen zijn of haar werkgever als zij ‘zorg en arbeid’ combineren. Dit blijkt uit het Arbeidsmarkt GedragsOnderzoek (AGO) dat in het derde kwartaal 2017 is gehouden onder 5.678 personen van de Nederlandse beroepsbevolking waarvan 3.589 ondervraagden in loondienst zijn en de vraag over mantelzorg hebben beantwoord.
Zorg en arbeid het vaakst onder ouderen gecombineerd
Vooral ouderen lijken de zorg voor een naaste met het werk te combineren. Een vierde van de 50-plussers is mantelzorger gevolgd door 35-49 jarigen (dertien procent). Onder ‘jongeren’ op de arbeidsmarkt ligt dit percentage lager: elf procent onder de vijftien-24 jarigen en negen procent onder 25-34 jarigen. Uit ander onderzoek bleek ook al dat "het aantal ouderen dat naast het werk zorg combineren alarmerend is. De kans op overbelasting en toenemende gezondheidsproblemen met het verstrijken van de jaren is vooral bij deze groep groot. Daarnaast verzorgen ouderen vaak hun partner wat voor binding zorgt waardoor de zorg moeilijk uit handen wordt gegeven." (bron: expertise centrum voor mantelzorger).
Bijna vier op de tien mantelzorgers vertellen niet tegen werkgever dat ze zorg en arbeid combineren
Uit het onderzoek blijkt verder dat 38 procent van de mantelzorgers niet aan de werkgever vertelt dat hij of zij zorg en arbeid combineert. Het is niet duidelijk waarom ze dat niet doen. Komt dit doordat werknemers mantelzorg als een privézaak zien? Of delen werknemers deze informatie niet omdat de werkgever er misschien onsympathiek tegenover staat? Of zijn ze bang om benadeeld te worden in het werk als de werkgever hiervan op de hoogte is? Wat de precieze reden hiervoor is, is nog niet duidelijk en kan nader worden onderzocht.
Werkgevers houden meer rekening met mannelijke mantelzorgers
44 Procent van de vrouwelijke mantelzorgers geeft aan ‘de werkgever niet met deze zorg te willen belasten’, vergeleken met 31 procent van de mannen. Dit is mede een verklaring dat werkgevers van mannen meer rekening lijken te houden met de ‘zorg-arbeid’ combinatie dan bij vrouwen. Ruim de helft van de mannen (56 procent) die werk en zorg combineren, geeft aan dat hun werkgever er op een of andere manier rekening mee heeft gehouden. Bij vrouwen is dat slechts 34 procent, zoals uit onderstaand figuur blijkt. In die gevallen toont de werkgever begrip, geeft extra verlof of is flexibel in werktijden. Een andere verklaring voor het verschil tussen de percentages mannen en vrouwen die door hun werkgever worden ondersteund, is het feit dat vrouwen vaker in deeltijd werken dan mannen. Dat maakt het eenvoudiger om de zorg voor een naaste buiten het werk om te regelen, en de werkgever daar niet mee te belasten.
22 Procent van de vrouwen geeft aan dat de werkgever geen rekening houdt met het feit dat zij naast het werk voor een ander zorgen, vergeleken met twaalf procent van de mannen. Naast de eerdergenoemde redenen kan dit ook te maken hebben met het feit dat mannen en vrouwen verschillen in het soort zorg dat ze verlenen. Zo helpen mannen vaker met de administratie en het vervoeren van anderen, terwijl vrouwen meer betrokken zijn bij het alledaagse leven van de mantelontvanger, zoals de persoonlijke verzorging en een bezoek aan de arts, activiteiten die vaker overlappen met werktijden (bron: expertise centrum mantelzorg).