Managers stuiten in hun werk op allerhande problemen. Die problemen kunnen een stagnatie vormen in de voortgang naar gestelde doelen. De eerste impuls is een opduikend probleem direct aan te pakken en uit de weg te ruimen. Managers zoeken daartoe steeds de kortste route naar de oplossing. Toch kunt u zich beter pas met de oplossing bezighouden na een serieuze probleemanalyse. Als het probleem helder is, is de oplossing vaak voor de hand liggend. Bij een goede probleemanalyse, dient u zich de juiste vragen te stellen. Het helpt als u zich buiten de geëffende kaders durft te bewegen. Zo maakt u een ‘diepteanalyse’ van uw probleem.
Een gedegen probleemanalyse
In uw (management)opleiding hebt u waarschijnlijk al kennisgemaakt met het begrip probleemanalyse. Daarbij ging men ervan uit dat u een aantal W’s moet aflopen om een probleem helder te krijgen zoals: wat (is de situatie?), wie (is verantwoordelijk?), waar (vindt het plaats) en wanneer (doet het zich voor). Hiermee krijgt u een globaal idee van de oppervlaktestructuur van een probleem. Die kennis is voldoende als u te doen hebt met een probleem waar geen mensen bij betrokken zijn. Helaas komt dat in uw werk niet veel voor. U hebt altijd te maken met mensen, waardoor problemen een andere betekenis kunnen krijgen. Mensen hebben verlangens, wensen en belangen die een ander licht kunnen werpen op het probleem. In een team bestaan soms behoorlijke onderstromen die de probleemanalyse niet zo simpel maken. Hieronder vindt u een aantal alternatieve vragen die u zichzelf zou moeten stellen bij het maken van een probleemanalyse. Met deze vragen krijgt u meer inzicht in de dieptestructuur van het probleem.