Veel mensen streven naar een succesvolle carrière. Succes in het werk leidt immers tot een hogere levensstandaard en daarmee misschien tot meer geluk, is de gedachte. Kinderen zijn hier vaak nog niet mee bezig, terwijl hun ouders al een fortuinlijke loopbaan voor hun kinderen in gedachten hebben. Het beste is niet goed genoeg. Daarom debatteren veel ouders met leerkrachten op de basisschool over het schooladvies voor hun zoon of dochter. Een VMBO advies willen ze graag opkrikken tot HAVO en als het advies HAVO is, dan moet het toch zeker VWO kunnen worden? De ouders verwachten van hun kind dat het veel meer kan bereiken met de hoogst mogelijke schoolkeuze. Met de keuze van het vakkenpakket is het niet veel anders. Je moet daar het maximale uit zien te halen. Excelleren is tegenwoordig het toverwoord op school.
Uitmuntend of slechts gemiddeld?
Dit alles is gebaseerd op het feit dat we denken dat meer altijd beter is. We willen de beste cijfers krijgen op school, de hoogste graad behalen, uitblinken in sport, het meest verdienen, in de duurste auto rijden, in een groot huis wonen, een succesvol bedrijf runnen en daarbij ook nog mooi en gezond zijn. Wie wil dat nu niet? De praktijk is voor de meesten van ons echter anders. Om de school weer als voorbeeld te nemen: rond de 54 procent van de kinderen stroomt na de brugklas door naar het VMBO, 24 procent gaat dan naar de havo en slechts 22 procent volgt het VWO. De meesten van ons excelleren dus niet. De meesten van ons zijn slechts gemiddeld. In de volksmond hebben de woorden gemiddeld of middelmatig vaak een negatieve betekenis alsof gemiddeld zijn iets ondermaats is.