Iedere manager zou zich moeten ontwikkelen tot specialist op het gebied van lichaamstaal! Het onderwerp krijgt krijgt steeds meer belangstelling. Toch kunnen managers er nog steeds veel effectiever gebruik van maken. Over de taal die iedereen spreekt, bestaan nog steeds veel misverstanden. In dit artikel vindt u negen stellingen over lichaamstaal die waar of niet waar zijn. Wat denkt u?
1. Lichaamstaal wordt meer gebruikt dan gesproken taal Waar. We praten niet de hele dag, maar zodra we aanwezig zijn met anderen geven we voortdurend boodschappen door middel van onze manier van doen. Als we aan het woord zijn ondersteunen we ons verhaal met lichaamstaal. Als we luisteren, geven we middels non-verbale feedback te kennen dat we de ander begrijpen en steunen. Door te glimlachen en te knikken laten we onze waardering blijken. Als we zwijgzaam samenzijn, vertelt onze houding of we vermoeid zijn. Ons oogcontact toont de mate van belangstelling. En zonder ook maar enig woord uit te spreken geeft onze mimiek een afspiegeling van onze emoties. Bekend zijn de cijfers van Albert Mehrabian, die stelt dat bij het overbrengen van sympathie 55 procent wordt gecommuniceerd door middel van lichaamstaal. Voor 38 procent wordt dit met de klank van de stem overgedragen en slechts 7 procent met woorden. Deze percentages veranderen steeds afhankelijk van de situatie. En hoewel de precieze verdeling lastig te meten is, maakt het wel duidelijk dat lichaamstaal een groot deel van onze communicatie vormt.
2. Lichaamstaal is belangrijker dan gesproken taal Niet waar. Veel mensen denken dat als we meer lichaamstaal gebruiken, dat meteen ook betekent dat deze vorm van communicatie ook belangrijker is dan die met woorden. Het één is niet belangrijker dan het ander, maar lichaamstaal heeft wel een geheel andere functie in de communicatie als gesproken taal. Om een inhoudelijke boodschap te communiceren zijn woorden veel handiger dan gebaren, mimiek of lichaamshouding. Tegelijkertijd communiceren we informatie over onze onderlinge relatie op dat moment: Vindt u uw gesprekspartner sympathiek? Heeft u respect voor elkaar? Wat zijn uw gevoelens over het gespreksonderwerp? Wie neemt de leiding in het gesprek? Voor het definiëren van de onderlinge relatie is non-verbale communicatie geschikter. We zeggen elkaar niet altijd wat we van elkaar vinden, maar laten dat eerder blijken met onze lichaamstaal. We gebruiken lichaamstaal ook om het gesprek te sturen en om de bedoeling achter onze verbale boodschap te verduidelijken.
3. Training in lichaamstaal is aanleren van trucjes Niet waar. Lichaamstaal is een natuurlijke taal die we voor een deel bij onze geboorte meekrijgen en verder aanleren door ervaring in contact met anderen. Net als bij elke taal kunnen we lichaamstaal wel degelijk beter leren verstaan en spreken. Door bijvoorbeeld een zelfverzekerde lichaamshouding aan te leren nemen, zult u gemakkelijker contact leggen met anderen. U zult daardoor overkomen als een sterke persoon. Bovendien zult u zich er ook werkelijk zelfverzekerder door gaan voelen. Uw nieuwe houding wordt dan een tweede natuur. Trucjes in lichaamstaal zouden niet werken omdat u daardoor onnatuurlijk zou overkomen. U kunt niet iets uitstralen wat u niet werkelijk voelt. Als u probeert uw leugens te verhullen door uw mimiek strak te houden, zullen de onrustige bewegingen van uw voeten informatie lekken. U kunt onmogelijk op alles letten. Uw gemaakte glimlach zal onnatuurlijk overkomen omdat uw ogen niet meedoen. Uw geforceerde rechte houding ziet er uit als een plank. Is uw intentie daarentegen goed, dan is het zeker mogelijk – en ook nuttig – om uw lichaamstaal zo goed mogelijk af te stemmen op de situatie en op anderen. Ook is het zinvol om de bedoelingen van anderen beter te leren begrijpen aan de hand van hun lichaamstaal.